zondag 31 december 2017

Kloosterjaar

Wat voor jaar is het geweest? Het was in ieder geval een jaar waarin ik de eerste stappen heb gezet in een eventueel monastiek leven. Begin dit jaar kreeg ik contact met de monniken, die naar Schiermonnikoog verhuizen. Via broeder Paulus kwam ik in contact met broeder Guerric, de novicenmeester van het moederklooster in Westmalle.
De Vlaamse broeder nodigde me uit om naar de abdij te komen, om een periode van twee weken mee te leven met de broeders. Om zo het monastieke leven te proeven. Een schitterende periode, waar ik met enorm veel plezier en dankbaarheid op terugkijk.
Behalve deze ervaring, heb ik ook kennis gemaakt met andere kloosters. Zo sprak ik met Nikolaas Sintobin sj, de 'internetjezuïet' in Amsterdam. Ook ondernam ik de reis naar Egmond Binnen, waar ik sprak met broeder Beda van de st.-Adelbertabdij.
In het klooster van Westmalle had ik een bevindelijke ervaring, die me de weg wees naar Leeuwarden. Om in de stad te vasten en de sabbat te onderhouden: door om te zien naar de armen, de wezen, de weduwen en de vluchtelingen. En vergis je niet, ze zijn er. Ze wonen letterlijk om 'mijn' kerkgebouw.
En zo sluit ik dit jaar af. Met in mijn ene hand de Regel van Benedictus. En in de andere hand een kop koffie. Met de Regel zorg ik voor een monnikenbestaan, waarmee ik mijn leven geestelijk vormgeef. Met de kop koffie stel ik me beschikbaar en ten dienste van de stad en land. Welk voorwerp in welke hand is, weet ik niet: laat uw rechterhand niet weten wat uw linkerhand doet.
Dit is het jaar geweest.

vrijdag 29 december 2017

Nicolaaskerk

De Nicolaaskerk in Appingedam is een monumentaal pand. Sinds deze week het het gebouw niet meer de Nicolaaskerk, maar is het restaurant De Basiliek geworden. Het kantoor waar de legendarische pastoor Smeels van 1958 tot ‘97 zijn parochie runde, is nu een zaaltje voor besloten diners en partijen.
Een handvol gedachten schoot door mijn hoofd. “Dan komen de 75 eters eindelijk weer eens in een kerk,” was zo'n gedachte. Veel van mijn generatiegenoten hebben nooit een kerk bezocht – laat staan dat ze de kerk van binnen hebben gezien. Dus om er een eettent van te maken met een passende naam, dat doet me dan wel weer goed.
Maar ik was nog niet uitgedacht, of een wat sombere gedachte nam plaats in mijn hoofd. Het is niet eens zo verkeerd dat het kerkgebouw nu als etablissement wordt gebruikt. Wat veel ernstiger is, is dat de kerk zelf zijn functie heeft verloren. Je kunt de conclusie trekken dat het aantal kerkgangers dusdanig is teruggelopen, dat een gemeenschappelijke ruimte niet meer nodig is.
Je kunt hier tegen inbrengen dat geloven meer individueel is geworden. Om het geloof te uiten, is kerkgang overbodig geworden. Het gaat immers om je dagelijkse praktijk, niet om een wekelijks uitje? Nou ja, daar denk ik het mijne maar over.
Elkaar geregeld opzoeken, eens per week, is een goede gewoonte. Geloven is een collectief gebeuren. Dat doe je niet in je eentje. Als jij de woorden van het geloof niet kunt zingen of beleven, is je buurman bereid dat voor je te doen. Zodoende wordt je meegenomen. Schouder aan schouder. Dat is waar het om gaat.

Dit blog verscheen ook op FritsTromp.nl.

woensdag 27 december 2017

Het eiland van de monniken

Vandaag is het de officieuze Derde Kerstdag. Televisiezender NPO2 zendt voor de gelegenheid de documentaire 'Het eiland van de monniken' uit. Hoe vergaat het de monniken die op Schiermonnikoog een nieuw bestaan proberen op te bouwen? Dit is het ervolg van de prijswinnende documentaire over de verhuizing van de Cisterciënzer broeders.
Het zijn bijzondere mannen. Met één van hen, broeder Paulus, heb ik begin dit jaar gesproken. Over het toetreden tot het klooster. Hij adviseerde me om met broeder Guerric van het moederklooster in Westmalle contact op te nemen. Hetgeen geschiedde en resulteerde in een tiendaagse in Vlaanderen.
Schier, het eiland van de cisterciënzer monniken. Mooi, deze aandacht voor de broeders.

maandag 25 december 2017

Tiendaagse veldtocht

Eerste Kerstdag 2017. De tiendaagse veldtocht is in volle gang. In de laatste weken van het kalenderjaar wordt veel gevraagd van dominees, priesters en voorgangers. Voor de wekelijkse zondagse eredienst worden preken en liturgieën gevraagd. Maar dan ook nog hetzelfde voor de Kerstdagen en voor de diensten van Oudjaarsdag en Nieuwjaarsdag.
Afhankelijk van het kerkgenootschap waartoe je behoort, kun je tot een veelvoud aan diensten en preken komen. Twee zondagen vallen in de “kerstperiode”. Keer twee diensten per zondag (dat is het gemiddelde: sommige kerken doen één dienst, terwijl andere stromingen het voor niet minder dan drie bijeenkomsten doen) – al vier diensten dus. Plus twee diensten op Eerste Kerstdag (tussenstand is zes preken). Tel daar de Oudejaarspreek bij op, en volledigheidshalve ook de Nieuwjaarspreek. Het eindtotaal is dan acht preken. In twee weken tijd.
Priesterstress, aldus de NOS: De Kerstdagen betekenen topdrukte voor priesters en dominees. Er zijn er steeds minder, en ze moeten vaak meerdere kerkgemeenschappen bedienen.
Dat zal allemaal best. Ik trek maar de Regel van Benedictus uit de kast. Een cadeau van broeder Guerric na mijn eigen tiendaagse veldtocht in de 'woestijn' van Westmalle. Het moraal van het verhaal: leef nú met het Kind van Betlehems kribbe.

zondag 24 december 2017

Het Magnificat

Vandaag is het de laatste dag van Advent. De laatste zondag van verwachting valt samen met Kerstavond. Nog één nachtje slapen en dan komen beschuit met muisjes op tafel. Blauwe muisjes, want een Zoon is ons geboren.
De dominee preekte over het Magnificat, de lofzang van Maria, zoals de evangelist Lucas het heeft opgeschreven in het openingshoofdstuk (1:46-55). De titel van het Magnificat verwijst naar de eerste Latijnse woorden van het lied, Magnificat anima mea Dominum (mijn ziel verheerlijkt de Heer).

Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam

zo zingt Maria bij haar verwante Elisabet, de vrouw van priester Zacharias en moeder van Johannes de Doper, de wegbereider van Jezus. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, dat is precies wat er elke avond gebeurt in het klooster in Westmalle. Bij elke completen (dagsluiting) wordt het Salve Regina gezongen.
Ik zong het lied min of meer mee, al was het maar omdat ik onderdeel uitmaakte van de monnikengemeenschap. De tekst van het gezang kende ik niet. Nog steeds niet, overigens, hoewel de tiendaagse in het Vlaamse klooster me wel iets hebben bijgebracht. Gelukkig had het liedboek dat we gebruikten, de tekst opgenomen.
Tijdens elke dienst zat ik naast broeder Joël, die me wegwijs maakte in de verschillende boekwerken. Hij zag dat ik elke avond de tekst van het Salve Regina moest opzoeken. Bij mijn vertrek naar Leeuwarden, had broeder Joël een klein presentje voor me. Hij had de tekst van het Salve Regina gekopieerd en de Nederlandse vertaling op het papier erbij gezet.
“Maar jij komt uit Friesland,” zei de geboren Rotterdammer. “Ik heb via Google Translate een vertaling gemaakt van het Salve Regina, in het Fries.” Wat een held, deze broeder Joël. Een vriendelijke geste van deze van oorsprong protestantse broeder.
“Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt?” vroeg Elisabet, toen Maria haar kwam opzoeken. “Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.”
Maria is voortaan gelukkig te prijzen.

maandag 18 december 2017

Kampen

Een hanze of hanza ('groep', 'schare' of 'gevolg', van het Oudhoogduits hansa) was een middeleeuws samenwerkingsverband van handelaren en steden. Kampen was één van dit soort steden. Vanuit Leeuwarden gezien, ligt de stad aan de verkeerde kant van de IJssel. Maar dat kun je de huidige bewoners natuurlijk niet kwalijk nemen.
Kampen geldt nog steeds als de hoofdstad van de gereformeerde theologie. Dat komt deels door de twee gereformeerde universiteiten, die de stad tot voor kort huisvestte. Na het vertrek van de synodaal-gereformeerde school, is de vrijgemaakte variant op de Broederweg gebleven. Het zou zomaar kunnen dat ik daar mijn heil ga zoeken.
Toch theologie? Ondanks de aanwijzingen van br. Guerric, die me dit heeft afgeraden? Toch theologie, in plaats van een opleiding tot universitair docent Nederlands? Het zou kunnen. Ik heb niet gezegd dat het ook daadwerkelijk deze kant op gaat. Maar op voorhand sluit ik nog niets uit.

zondag 17 december 2017

Advent: verwachten

Het woord 'advent' heeft met wachten en verwachten te maken. Je wacht op een gebeurtenis, maar je verwacht ook dat die gebeurtenis gaat plaatsvinden. Misschien is het daarom wel, dat het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) dit weekend een groot interview heeft met de Leeuwarder Courant. Sinds begin dit jaar wordt gewerkt aan de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling, volgende maand verschijnt het evangelie van Matteüs in een nieuwe Friese vertaling en in het voorjaar komt een Roodletterbijbel uit.
Voor elk wat wils, natuurlijk. De protestanten hebben een andere Bijbeluitvoering dan de katholieke gelovigen. Dat heeft voor een groot gedeelte te maken met dat katern met deuterocanonieke of apocriefe boeken: deze geschriften hebben niet zo'n kracht en gezag “dat men door het getuigenis van deze boeken enig punt van het geloof of van de christelijke godsdienst zou kunnen bevestigen; laat staan dat zij het gezag van de andere, de heilige boeken, zouden kunnen verminderen.”
Tot zover Waalse protestantse theoloog Guido de Brès in zijn Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Voor elk wat wils.
Elke stroming zijn eigen Bijbel, in welke dikte of vertaling dan ook. Laten we niet vergeten dat de Bijbel wel de basis vormt van ons gezamenlijk geloof. Zowel dat van de katholieken als de protestanten. Ik denk met instemming terug aan de woorden van br. Guerric van Westmalle: tot aan de Reformatie liepen katholieken en protestanten schouder aan schouder op, in een ongedeelde kerk.


zondag 10 december 2017

Philippe Bär

Gisteren nam Frans Wiertz afscheid als bisschop van Roermond. Franciscus Jozef Maria (Frans) Wiertz was een week eerder 75 jaar geworden, een leeftijd die de Roomse geestelijkheid tot emeritaat dwingt. Wie hem opvolgt, is nog onbekend. Daarover zal de paus een beslissing gaan nemen.
Wat rondsnuffelt op Wikipedia over de Bisschoppen van de Nederlandse rooms-katholieke kerkprovincie, kwam ik de naam tegen van Philippe Bär. Achter zijn naam staan de letters OSB, wat inhoudt dat Bär behoort tot de orde der Benedictijnen. Dat is een orde die mij na aan het hart ligt.
Interessanter is de levensloop van deze emeritus bisschop van het Bisdom Rotterdam en militair ordinarius (legerbisschop). Bär werd geboren op Celebes (het huidige Sulawesi) in het toenmalige Nederlands-Indië in een Nederlands-hervormd gezin. Waarom ik dit curriculum vitae zo boeiend vindt?
Deels omdat Bär op Celebes is geboren. Na het lezen van het boek De Overkant van Ernst Jansz, heb ik een lichte en bescheiden fascinatie voor het voormalige Nederlands-Indië. Maar nog merkwaardig er is Bärs kerkelijke levensgang. Nederlands-Hervormd gedoopt, een studie (protestantse) theologie aan de Universiteit Utrecht en sloot zich korte tijd aan bij de oudkatholieke Kerk van Nederland en studeerde aan het oudkatholieke seminarie te Amersfoort. Vervolgens ging hij over naar de Rooms-Katholieke Kerk en trad in 1954 in in het Benedictijner klooster van Chevetogne in België met als kloosternaam Philippe.
Het zou zomaar mijn verhaal kunnen worden.

zondag 3 december 2017

Advent 2017: Uit God geboren

Vandaag is de Adventsperiode begonnen. Vier weken voorafgaand aan het Kerstfeest. Weken van verwachting, uitzien naar het moment dat de Verlosser wordt geboren. Mijn vrienden van de jezuïeten zijn de adventsretraite Uit God geboren gestart. Ben Frie sj heeft de teksten geschreven voor deze online-meditaties.
In zekere zin bevind ik mij ook in een adventsperiode. Maar dan in een wat andere zin. Ik kijk uit naar wat God voor mij in petto heeft. Waar laat Hij mij naar uitkijken? Wat kan ik van Hem verwachten? Welke concrete roeping heeft Hij voor mij weggelegd? Voorlopig heb ik een taak in de stad te vervullen – maar wat daarna?
Advent 2017, uitkijken en verwachten. Dat ga ik dan ook maar doen. Aan de hand van Ben Frie sj.

vrijdag 1 december 2017

Kom en zie

Over twee weken wordt in de Abdij van Egmond-Binnen een “Kom en zie”-weekend gehouden. De broeders organiseren dit weekend voor mannen die de roep van hun hart willen volgen en het pad van het monniksleven willen verkennen. Ik ken de broeders als gastvrije mannen, die hun gasten op een prettige manier willen bijstaan. Mocht je dus nog tijd hebben, voel je vrij om naar Egmond af te reizen!


donderdag 30 november 2017

Kleiner klooster op Schier

De monniken op Schiermonnikoog zijn bezig met een nieuw kloosterplan. Het moet kleinschalig worden, naar aard en schaal passend bij het eiland.
Een ding is zeker, de monniken doen het helemaal anders dan de vorige keer. Begin dit jaar oogstten ze met hun eerste bouwplan, aan de Westerburenweg, forse kritiek van omwonenden. Vooral de grootte van het gebouw was een steen des aanstoots. De monniken zaten er zo mee in hun maag dat zij in april de stekker uit het plan trokken.
Daarna lasten de broeders een rustperiode in. “Voor onszelf en ook voor het eiland, zodat de spanningen konden wegebben,” legt abt Alberic uit. Eind september begonnen de monniken met verse moed opnieuw. Inmiddels wonen ze ruim twee jaar op Schiermonnikoog en hebben ze andere ideeën over de vorm van hun nieuwe klooster.
“Ons perspectief is totaal gewijzigd,” vertelt Alberic. De vier monniken en een tijdelijke nieuwkomer wonen in een pand op de hoek van de Langestreek en de Gratia Susannastraat. Dat is qua woonoppervlakte te vergelijken met de helft van de eetzaal van hun voormalige klooster in Diepenveen. “We hebben ervaring opgedaan met kleinschalig leven en dat is in alle opzichten positief uitgevallen.”

Lees verder op de site van de Leeuwarder Courant. Kijk ook op de website van de Schier-broeders.

maandag 27 november 2017

Eeuwigheidszondag

Gisteren was het in veel kerken de Eeuwigheidszondag. De laatste zondag van het kerkelijke jaar wordt aangegrepen, om stil te staan bij wie ons zijn voorgegaan. Allerzielen, maar dan in een protestants jasje. Vanaf zondag 4 december is het de Adventsperiode.
Ik ben een protestant, maar heb wel een feeling met de katholieken. Ik ben een wat bevindelijk-gereformeerde jongen, maar voel me tegelijk thuis bij de trappisten. De Regel van Benedictus past me als een jas, maar de opdracht van de jezuïeten bevalt me ook prima.
In deze laatste week van het kerkelijke jaar, twee nieuwsberichten. De ene over paus Franciscus, die op bezoek is in Myanmar en Bangladesh. De grote vraag bij het bezoek aan Myanmar is of Franciscus het woord 'Rohingya' in de mond zal nemen.
De paus heeft in Rome al openlijk aandacht aan de zaak besteed door voor de vluchtelingen te bidden. Het vermijden van de term zou opgevat kunnen worden als instemming met het leger. Hij staat erom bekend dat hij zich juist sterk maakt voor onderdrukten. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vindt dat hij juist voor de Rohingya moet opkomen door hen bij naam te noemen.
Voor het Friese publiek een tekst over overnachtingsplekken voor de pelgrimage naar Sint-Jabik, Santiago de Compostella. Er wordt hard gewerkt aan een netwerk van pelgrimsplekken, logeeradressen voor de pelgrims op hun reis richting de begraafplaats van de heilige Sint Jakobus. Misschien dat ik deze tocht ook nog wel eens maak, in het kader van mijn spirituele zoektocht.
Eeuwigheidszondag. We zijn in het ondermaanse bestaan ook maar vreemdelingen en bijwoners op deze aarde. We zijn onderweg als pelgrims naar een plek met eeuwigheidswaarde.

maandag 20 november 2017

Kerk als medicijn

Vorige week schreef ik iets over burn-outs, een modeziekte onder mijn generatie. Veel van mijn leeftijdsgenoten zijn opgebrand. Het moeten presteren, van alles doen naast je studie: een studentenvereniging, vrijwilligerswerk, uitgaan, sociale contacten onderhouden, facebook en whatsapp bijhouden, het bekende werk dus.
We mogen niet falen. Dat is de ongeschreven regel in onze maatschappij. We leggen de lat hoog voor elkaar, en wie hier niet aan voldoet, heeft dat vooral aan zichzelf te danken. Je bent zelf verantwoordelijk voor het succes. En je bent ook zelf verantwoordelijk voor het gebrek aan succes.
Ik schreef dat de kerk de plek is waar je niet hoeft te presteren. Dat de kerk een plek is, waar je mag erkennen dat je faalt, dat je niet voldoet aan de hoge eisen van de maatschappij. De kerk is er niet om je een veer in de kont te steken, maar om te vertellen dat je het niet alleen redt, maar ook dat je het niet alleen hoéft te doen.
De kerk als medicijn.
Het klooster is net zo'n maatschappij. Ik heb in Westmalle ervaren hoe het is om te leven via een vastgestelde regel. De Vlaamse broeders doen dat volgens de regel van Benedictus. Een vastgesteld dagelijks ritme. Voorgeschreven momenten van eten, werken, bidden en zingen. Het is zoals de heilige Teresia van Avila het verwoordt: “Als je danst, dans dan; als je bidt, bid dan.”
Zo werkt het wel. Wij zijn in onze maatschappij zo gewend geraakt aan multitasken. Alles tegelijkertijd in de gaten houden. En als het even kan, ook alles op hetzelfde moment ervaren, doen, meemaken, reageren. Terwijl dat per saldo niet werkt. Alles simultaan uitvoeren, betekent een verminderde aandacht voor wat je doet. Maar als je iets met volle aandacht doet, doe je het in één keer veel beter.
Daarbij werkt het ook dat je werk kunt laten liggen. Ik merkte in het klooster, dat als je bijvoorbeeld een bepaalde werkzaamheid niet af kreeg tijdens de uren van de arbeid, dan kun je dat rustig zo laten. Er komt wel weer een moment om verder te gaan met wat je aan het doen was. Bij het horen van de klokken is het zaak om naar het volgende onderdeel van je dag te gaan.
En dat ontspant. Dat geeft rust.

donderdag 9 november 2017

Egmond

In mijn oriëntatie op het kloosterleven, ben ik vandaag in Egmond geweest. Hier is de Sint-Adelbertabdij, levend volgens de Regel van Benedictus van Nursia. Mede op advies van br. Guerric, die ik in Westmalle heb leren kennen, heb ik contact gezocht met de Egmondse broeders.
En zo zat ik vanmiddag tegenover broeder Beda, prior van de abdij. We bespraken het monastieke leven. De missie van de Benedictijnen is: gastvrijheid. Dat betekent niet de wereld in, maar wel openstaan voor de wereld. Of beter: de deur letterlijk open zetten voor de passanten. Want iedere gast is Christus – wat kun je beter doen dan de gast Christus in je eigen woning opnemen?
Kloosters zijn plekken waar monniken het vuur bewaken. Het vuur van Gods liefde en vriendschap voor de mensen. Het zijn zomaar wat losse gedachten, die na deze mooie middag door mijn hoofd tuimelen.
Het mooiste was misschien wel het afscheid. Een stevige broederlijke knuffel in de poort van de Sint-Adelbertabdij.

zondag 5 november 2017

Geef ons heden...

De gastpredikant preekte over het tweede gedeelte uit het Onze Vader. Het ging over de beden die op onszelf betrekking hebben:

Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van den boze.

Het is een tekst uit de Bergrede, Mattheüs 5, 6 en 7. Het Onze Vader staat halverwege deze Sermon on the Mount. Voor de gelegenheid koppelde de voorganger aan deze beden, een gedeelte verderop uit de Bergrede. In hoofdstuk 7 zegt Jezus ook dit:
“Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om een brood vraagt, een steen zou geven? Of een slang, als het om een vis vraagt? Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede geven aan wie hem daarom vragen.
Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de wet en de Profeten.”
Ergo, zo'n bede om te ontvangen is niet vrijblijvend. Het zet je aan tot actie. Hoewel de dominee het verder niet aanstipte of behandelde, liet hij ook een stuk lezen uit die Profeten. Een gedeelte uit Jesaja 58 – jawel, de tekst waarmee ik uit het klooster van Westmalle kwam!
Een oproep dus. Ook deze zondag weer.

De Bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling
© Nederlands Bijbelgenootschap 2004


woensdag 1 november 2017

Dankdag 2017

Vandaag is het Dankdag. De protestante kerkgemeenschap dankt tijdens een viering, God voor de verkregen gewassen. Een dankdag is een gebruik uit de Middeleeuwen. Er waren toen vaste bededagen. In 1578 werd bepaald dat er tijdens oorlog en andere rampen massaal gebeden en gedankt moest worden.
Een vaste dag om te danken werd in 1653 in Overijssel vastgesteld. Besloten werd om op de eerste woensdag van november te danken voor het gewas; het eten waarin iedereen dagelijks werd voorzien.
Toen de industrialisatie toenam, is de viering veranderd in dankdag voor gewas én arbeid.
Gisteren was het Hervormingsdag, met een viering in de kerk van Utrecht. In de Nationale Viering in de Domkerk stond de Protestantse Kerk Nederland, samen met gasten van andere kerkgenootschappen en religies, stil bij de betekenis van de Reformatie en het protestantisme voor Nederland. Ds. René de Reuver, algemeen secretaris van de Protestantse Kerk, ging samen met ds. Mirjam Kollenstaart voor in deze viering.
'Onze' paus Franciscus dommelt soms in tijdens het bidden. Dat zei hij op de tv-zender Catholic TV2000, waarvan de uitzendingen ook op YouTube verschijnen. Volgens de paus is het geen probleem om een uiltje te knappen tijdens het bidden. God zou het volgens hem prettig vinden en christenen zouden zich voelen “als kinderen die bij hun vader in de armen liggen”.
Mooie dingen om bij stil te staan. We hebben een goede God. Wij. Katholieken en protestanten.

dinsdag 31 oktober 2017

Hervormingsdag

De augustijner monnik en professor Maarten Luther publiceerde vandaag precies 500 jaar geleden zijn 95 Stellingen. Hij wilde de kerk hervormen, met name op het gebied van rechtvaardiging, geloof en aflaathandel. Maar Luther werd de kerk uit gezet. Dus viel aan hervormen niets te doen – wat moet je immers hervormen, als je zelf geen deel meer uitmaakt van datgene wat je wilt reformeren?
De Rooms-Katholieke Kerk scheurde uiteraard niet op die middag in 1517, toen Luther zijn geschrift timmerde op de deur van de kerk in Wittenberg. Die publicatie bleek het begin van vooral afstoten. Het resulteerde in kerkscheuringen, vooral ter rechterzijde van het gereformeerdendom. Hervormen bleek een term te worden om vooral voor jezelf te beginnen.
Maar er is een kentering zichtbaar. Vooral protestanten zien openingen om terug te keren tot 'de moederkerk' uit Rome. Er moet weliswaar nog heel wat water door de Rijn, voordat lutheranen en calvinisten zich voegen onder het gezag van Paus Franciscus – maar er wordt openlijk geflirt tussen de twee westerse kerkstromingen.
Ik doe daar aan mee. In juni was ik twee weken te gast in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. Hier wonen de broeders van de Orde van de Cisterciënzers of de trappisten – monniken zich wijden aan een leven in gemeenschap van gebed en arbeid. Wat heb ik er een goede tijd gehad! Ik kijk er met plezier op terug.
Katholieken en protestanten hebben tot aan “Luther” anderhalf millennium samen opgetrokken. Het monnikenleven was geen punt van discussie. Misschien is het aan mij de bescheiden taak om het ongedeelde monastieke leven weer op te zoeken. Zoals kloosters tot aan grofweg 1500 vanzelfspreken waren, zo kunnen deze gebouwen ook tegenwoordig weer hun functie terugkrijgen.
In de ongedeelde kerk. De ene heilige, algemene christelijke kerk. Katholiek, algemeen. En protestant: de term pro-testant betekent vooral ik getuig (= testor) voor (= pro) de waarheid.
Katholiek-protestantse kerk. Niks mis mee, dus.

maandag 23 oktober 2017

De regel van Benedictus

Onder jongeren komt het meer en meer voor: burn-out. Onder studenten is het percentage opgebrande mensen relatief hoog: meer dan één op de drie studenten (34,6 procent) heeft een verhoogde kans op een burn-out. Ter vergelijking: voor de werkende, gezonde bevolking is dit percentage slechts 14,6 procent.
Waar dat door komt? De redactie van NOSop3 koos twee verhalen uit, van Jip en van Daan. Hun verhalen staan voor een grote groep studenten die het zó graag goed wil doen in hun studie, werk, vrijwilligerswerk, sociaal leven, voor hun ouders, tijdens een relatie of bij hun sport dat het ze uiteindelijk te veel wordt.
Je hoort bij het herstel vanuit een burn-out, dat deze patiënten kiezen voor een ander leven. De telefoons worden uitgezet, mails worden niet meer de ganse dag gelezen. Je bent na een burn-out minder vaak bereikbaar. Je bent ook wel eens onbereikbaar. Het presteren wordt minder, het leven wordt gedoseerd.
En juist dat doseren van het leven doet me ergens aan denken.
Het is alsof ik Benedictus hoor praten in zijn regel. In juni ben ik te gast geweest in het klooster van Westmalle. Dit klooster behoort tot de Orde van de Cisterciënzers of de trappisten. Sinds het einde van de achttiende eeuw wijden monniken zich hier toe aan een leven in gemeenschap van gebed en arbeid.
Dit leven is een leven dat van moment tot moment voorgeschreven is. Dat lijkt saai, maar het is deze structuur waar de monniken (en nonnen) wél bij varen. Je weet precies wanneer je wat moet doen. En dus ook wanneer je iets niét doet. Dat is een bevrijdende gedachte. Je doet wat je doen moet, op het moment dat het moet gebeuren. Alles op zijn tijd – wat straks is, komt straks.
Monniken zijn dan ook niet overwerkt of kampen met een burn-out.
De wereld, jongeren, mijn generatie – wij kunnen wel wat meer Benedictus gebruiken.

vrijdag 20 oktober 2017

Katholiek nieuws

Na mijn bezoek aan het klooster in Westmalle, houd ik het katholieke nieuws in de gaten. Ik ben dan ook blij met zo'n berichtje van Leo Fijen. Het Nederlands Dagblad tekende op uit de mond van deze katholieke voorman, dat de glossy Klooster! een kwartaalblad is geworden. Leuk!
Zondag werd bekend dat de omstreden pastoor Karel van Roosmalen uit Reusel opstapt. Van Roosmalen is het niet eens met het beleid van bisschop Gerard de Korte van Den Bosch. De pastoor vindt dat door het toestaan van woord- en communiediensten de eucharistie op het tweede plan komt.
Als protestant ben ik juist wel bij met woorddiensten. Sola Scriptura, nietwaar?
En zo volgen we het katholieke nieuws maar, vanaf de zijlijn.

maandag 16 oktober 2017

Leuven

De Katholieke Universiteit van Leuven heeft de naam van Aung San Suu Kuy verwijderd van een leerstoel. De Nobelprijswinnaar in de categorie “Vrede” is niet langer een positief voorbeeld, tekende de Belgische krant Le Soir op uit de monden van de stichters van de leerstoel. Dat alles heeft te maken met Suu Kyi's optreden in de Rohingya-crisis.
Het berichtje viel me op. Niet zozeer vanwege de Myanmarese regeringsleider, die zo sterk onder vuur ligt. Wel vanwege de genoemde universiteit. Ik heb met deze schoolinstelling wel eens contact gehad, in het kader van een eventuele theologische opleiding. Die opleiding zit er voorlopig niet in, maar ter oriëntatie is het goed om de blik breed te houden.

donderdag 12 oktober 2017

Flirten met Rome?

De toenadering tussen het protestantisme en het katholicisme neemt meer en meer toe. Vanuit de kerk van de Reformatie wordt zelfs geflirt met “Rome”. Na een half millennium gescheiden te zijn opgetrokken, lijken de twee grote kerkstromingen elkaar meer en meer te vinden. Om een voorbeeld te geven, als calvinist van boven de rivieren werd ik deze zomer gastvrij en met open armen ontvangen in het klooster van Westmalle.
Desalniettemin is het katholieke (klooster-)leven iets wat bij protestanten tot de verbeelding spreekt. Of juist niet, want een groot aantal van mijn mede-kerkgangers is benieuwd hoe dat monastieke leven eruit ziet. Zelfs na een kwartaal blijven ze vragen hoe dat precies werkt, zo'n vastgesteld ritme van de dag. En hoe het zit met Maria en de mis. Dat soort dingen.
Zo zat ik van de week koffie te drinken met een mede-ambtsdrager van mijn thuisgemeente. Hij was nieuwsgierig hoe mijn Westmalle-tiendaagse eruit zag. Praktisch. Hoe laat sta je op, wanneer ga je naar bed, wat doe je in de tussentijd, hoe vaak ga je ter kerke, hoe ziet zo'n dienst eruit? Legitieme vragen, want wat weet je er van als je er niet zelf bent geweest?
Met plezier en met alle liefde vertel ik over mijn ervaring in Westmalle. Dat doe ik met overtuiging. Want ik kijk terug op een mooie tijd bij de broeders. En dan geldt de term 'broeders' in de dubbele betekenis van het woord: broeders van het klooster, maar ook broeders in het geloof.

vrijdag 6 oktober 2017

Bob Dylan

Thomas Quartier is monnik van de Sint-Willibrordsabdij in Doetinchem. Maar hij is ook fan van Bob Dylan. En dat laatste is wat de monnik en mij verbind, onze voorkeur voor Dylan. Niet zo lang geleden publiceerde Quartier een artikel in De Kovel over de Amerikaanse zanger. Prima verhaal. Ook ging hij naar een optreden van de artiest in AFAS Live. We hebben elkaar er niet getroffen.
De monnik ontdekte in het werk en leven van Dylan een mede-broeder. Dat vind ik mooi. Dat je elkaar op deze manier “ontmoet”. Dat biedt voor mij trouwens ook de nodige ruimte. Blijkbaar bieden de monniken ruimte om een monastiek leven te leiden búiten de kloostermuren. Want ik ben bezig met het kloosterleven. Maar dat zou zomaar een Dylanesk kloosterleven kunnen worden.
Mede dankzij het verhaal van broeder Thomas.

zaterdag 30 september 2017

Gegroet, koningin

Het was een bijzondere ervaring in Westmalle, om elke avond te eindigen met het Salve Regina. Met deze woorden wordt de moeder Gods benaderd, om haar gelukkig te prijzen – dat is immers wat ze zelf profeteert, als ze bij haar familielid Elizabeth op bezoek is. Maria wordt de voorspreekster genoemd, waarmee zij op een hoog voetstuk wordt geplaatst.
Maria is vanwege haar oudste Zoon zeker de begenadigde. Het is een voorrecht om de Verlosser te mogen dragen. Geen wonder dat we haar de gepaste eer mogen bewijzen. Maar het betreft wel de gepaste eer. Maria was de moeder Gods, maar niet goddelijker dan elk ander mens. Ook de zwangerschap van Jezus maakte Maria niet goddelijker dan haar echtgenoot Jozef (om maar iemand te noemen).
Dat maakt mij ook wel enigszins beducht om het Salve Regina mee te zingen. Vanuit enig cultureel-historisch perspectief vind ik het weliswaar mooi, zeker dat Latijn. Maar ik weet niet of ik via Maria mijn heil wil bereiden. Het rechtstreekse contact met de Heer zelf is van belang, de omweg via Zijn moeder leidt alleen maar af.

vrijdag 29 september 2017

Klop op de deur

Hoe weet je of je een monastieke roeping hebt? Waartoe voel jij je geroepen? Heb je de klop op de deur van je hart al gehoord? Heeft iets of iemand je al zo geraakt dat je verlangt op die roep in te gaan? Ik weet het niet. Het kan zijn dat ik zo'n roeping heb. Dat heeft tot nu toe in ieder geval geleid tot een klooster-tiendaagse in Westmalle.
Mijn oriëntatie op het klooster is nog niet ten einde. Nog lange niet. Sterker nog, ik ben juist net begonnen. Nu is het zaak om me niet op één klooster of orde te blijven focussen, maar mijn oriëntatie breed te houden. En zo ben ik in contact gekomen met broeder Beda, hij is de broeder voor de roepingen.
Hij attendeerde me op de site roepingabdij, bedoeld voor iedereen die bezig is met deze vragen. Een goede manier om mijn onderzoek verder te doen. Het is een opmaat tot meer. Tot een bezoek of gesprek met de Benedictijnse St.-Adelbertabdij in Egmond.

zondag 24 september 2017

Jesaja 58: 11

Het is inmiddels al drie maanden geleden dat ik in het klooster in Westmalle zat. Nog steeds wordt me gevraagd naar mijn ervaringen bij de broeders. En nog steeds kan ik met alle liefde vertellen over de tiendaagse in het Vlaamse. Wie naar mijn belevenis vraagt, is ook benieuwd of en wanneer ik dan toetreed in een klooster.
Hoewel dat verlangen om kloosterling te worden, nog steeds bij mij relevant is, zit een bekering richting het katholicisme er voorlopig nog niet in. Niet op hele korte termijn, althans. De Heer heeft laten weten dat mijn taak voor de eerstkomende periode in Leeuwarden ligt. Zo interpreteer ik Zijn (z)ingeving tijdens mijn Westmalle-tijd.
Ik kreeg op een ochtend de tekst van Jesaja 58 vers 11 door. Daar profeteert de profeet:

“De HEER zal je voortdurend leiden,
hij zal je verkwikken in dorre streken,
hij maakt je botten sterk en krachtig.
Je zult zijn als een goed bevloeide tuin,
als een bron waarvan het water nooit opdroogt.”

“In de Franse vertaling van Jesaja 58,11 lees ik: ‘Le Seigneur vous tiendra toujours dans le repos’ (De Heer houdt u altijd in de rust),” liet broeder Guerric van Westmalle me weten. Ik heb ook de rust dat ik nu in Leeuwarden nodig ben. De tekst is een bemoediging om te zorgen voor de mensen in Heechterp-Schieringen.
Parallel aan mijn werkzaamheden in Leeuwarden, kan ik onderzoeken tot welk klooster ik zou willen toetreden. Analoog aan deze twee sporen, kan ik tegelijk een studie volgen, bijvoorbeeld Nederlandse taal en cultuur aan de RijksUniversiteit Groningen.
Een driesporenbeleid dus. Ook dat kan een Godgewijd leven zijn.

De Bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling
© Nederlands Bijbelgenootschap 2004


zaterdag 16 september 2017

Nederlands

Afgelopen week heb ik contact gehad met de studieadviseur van de RijksUniversiteit Groningen. Het gesprek ging over het al dan niet studeren aan deze universiteit. En dan vooral de studie Nederlandse Taal en Cultuur. Een opleiding die je voorbereidt als Docent Nederlands.
Is dat ook een kloosterleven? Het Nederlands kan in ieder geval wel leiden tot een godgewijd leven. Immers, Huub Oosterhuis volgde tussen 1958-1961 de Studie Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Zijn liedteksten worden ook binnen “mijn” kerk gezongen.
Mocht ik weer naar school gaan, zal dat pas in september 2018 gaan beginnen. Tot die tijd heb ik de gelegenheid om na te denken over mijn toekomst.
We zijn er nog niet, maar we zijn onderweg.

zondag 10 september 2017

Studeren

Parallel aan mijn zoektocht naar het kloosterleven, kijk ik naar de mogelijkheid om alsnog weer te gaan studeren. Mogelijk toch iets van Theologie? Van de ene kant wordt het me aangemoedigd, van de andere kant juist weer afgeraden. Zo wijst br. Guerric op het rationele karakter van de (Nederlandse) theologische opleidingen, terwijl je meer hebt aan een wat monastiekere opleiding of cursus.
Maar waarom Theologie? Zou een studie Nederlands of Nederlandse Taal en Letterkunde niet veel logischer zijn, gezien mijn journalistieke achtergrond? Immers, iemand als Huub Oosterhuis studeerde tussen 1958-1961 Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Groningen. En hij dient de kerk op een mooie manier. Zoiets zou voor mij natuurlijk ook een uitstekende optie zijn.
Zover ben ik nog niet. Ik ben er nog niet over uit. Ik heb ook nog wel even. Rond 1 mei zou het wenselijk zijn om aanmeldingen voor een nieuwe studie gedaan te hebben. Dus nog ruim een half jaar de tijd om hierover na te denken.

dinsdag 5 september 2017

Hineni

In het titelnummer You Want It Darker van de gelijknamige cd, zingt wijlen Leonard Cohen: “Hineni, hineni / I’m ready, my lord”. “Hineni” is het antwoord dat Abraham geeft, als God hem in Genesis 22 roept om Isaäk te offeren. Als de Heer je roept, wie ben je dan om te weigeren, om niet te luisteren? Er zijn voorbeelden genoeg van dienstweigeraars: Mozes, Jona, Jesaja, Jeremia, Gideon. Maar deze mannen hebben dit met elkaar gemeen: ook na hun eerste afwijzing, moeten ze wel hun opdracht aannemen.
Het vergt nogal wat van je, om te zeggen: hier ben ik. De laatste tijd heb ik hier vaak aan gedacht. Ben ik net als Abraham bereid om te gaan? Of voel ik me meer als die beroepsweigeraar Mozes? Hij heeft een handvol redenen om de roeping naast zich neer te leggen: hij voelt zich te klein om naar de Farao te gaan (of is hij te bang, als ex-kroonprins?), hij weet niet hoe zijn Zender heet, hij vreest niet geloofd te worden, hij vindt zichzelf geen goede spreker, hij acht zichzelf niet de juiste persoon om naar het paleis te gaan. Zo zijn er tal van andere personen, doorgaans mannen, die Gods oproep in eerste instantie weigeren: Gideon (Rechters 6), Jesaja (Jesaja 6), Jeremia (Jeremia 1: 4 – 10) en Jona, om maar eens een aantal te noemen.
Waar roept de Heer me voor? Is dat het monastieke leven? Of toch #KerkInDeStad? Moet ik de wereld in of moet ik het klooster in? En durf ik dan ook volop te leven in die nieuwe keuze?
Welke keuze het ook gaat worden, ik bevind me in goed gezelschap. Daar houd ik me voorlopig maar aan vast.

zondag 3 september 2017

Schooljaar

Morgen beginnen de universiteiten weer met hun schoolprogramma. De boeken zijn weer opgehaald, de lesroosters weer uitgedeeld. We kunnen er weer tegenaan.
Hoewel, 'we'? Ik heb de afgelopen maanden een aantal keer gedacht om mij weer als student in te schrijven. Bij een theologische school, al dan niet met een wetenschappelijke inslag. Maar dat is het niet geworden. Morgen begint weer een gewone werkweek als burgerman.
Het is niet dat ik geen studie meer wil doen. De financiële kant van de zaak was zonder meer geregeld. Maar het is vooral een kwestie van invullen van het talent. Mijn talent en cultuuropdracht nu niet ligt als student.
Mijn taak ligt in de combinatie van een aantal talenten of gaven. Vader Michaël gaf mij via een gesprek met Sergej Bolsjakov deze raad mee: “Gebruik uw literaire begaafdheid om het Koninkrijk der hemelen onder de mensen te verspreiden en het Goede Nieuws te verkondigen. Dat is in feite uw plicht,” (uit het boek De Monastieke Tuin van de beweging De Laura Van Abt Poimên).
Ergo, voor mij is dat om de theologie praktisch te maken. Om mij in de armste wijk van Nederland, Heechterp-Schieringen, in te zetten voor mijn naaste. En hierover te schrijven. Op deze manier verspreid ik in woord en daad het Koninkrijk der hemelen en verkondig ik het Goede Nieuws.
Grote woorden?
Het zijn net zulke grote woorden als Theologie gaan studeren.

maandag 28 augustus 2017

Wie ben ik?

Wie ben ik?
Ze zeggen mij vaak dat ik uit mijn cel treed
gelaten, opgewekt, vast als een hereboer uit zijn slot.

Wie ben ik?
Ze zeggen mij vaak dat ik met mijn bewakers spreek
vrij, vriendelijk, helder als gaf ik bevelen.

Wie ben ik?
Ze zeggen mij ook dat ik de dagen van mijn ongeluk draag
gelijkmoedig, glimlachend, trots als iemand gewend te winnen.

Ben ik dat werkelijk wat anderen van mij zeggen?
Of ben ik slechts wat ik weet van mijzelf?
Onrustig, verlangend, ziek als een vogel in een kooi,
smachtend naar levensadem, alsof iemand mijn keel wurgt,
hongerend naar kleuren, bloemen, naar vogelstemmen,
dorstend naar goede woorden, naar menselijke nabijheid,
bevend van toorn over willekeur en de minste krenking,
opgejaagd door wachten op grote dingen,
machteloos bezorgd om vrienden eindeloos ver,
te moe en te leeg om te bidden, denken, werken,
mat en bereid van alles afscheid te nemen?

Wie ben ik?
Deze of gene?
Ben ik dan vandaag deze en morgen een ander?
Ben ik beiden tegelijk?
Voor mensen een huichelaar
en voor mijzelf een verachtelijk klagende slappeling?
Of lijkt wat in mij nog rest
een verslagen leger dat wanordelijk wijkt bij een reeds gewonnen slag?

Wie ben ik?
Eenzaam vragen drijft de spot met mij.
Wie ik ook ben, Gij kent mij.
U behoor ik toe, o God!


(Dietrich Bonhoeffer. Uit: Tot de nacht voorbij is, Ten Have)

Bron: Godzoeker

zondag 27 augustus 2017

Talent

Wat is talent? Wie bepaalt wat jouw talent is? Ik deed ook een Talentendag in Stania State, een state of stins in Oenkerk. Mijn talent bleek die van de schrijvende entertainer te zijn. Net als bij anderen, bij wie het uitspreken van hun talent hun ogen begonnen te stralen, was dat ook bij mij het geval. Als ik de mede-deelnemers zou moeten geloven. Want dat kun je natuurlijk zelf niet zien, hoe je ogen erbij staan.
Inmiddels zijn we vier jaar na “Stania State”. Ik kan in alle bescheidenheid wel zeggen, dat ik het ambacht van het schrijven inmiddels wel beheers. In elk geval heb ik dit talent zodanig onder de knie, dat ik hiermee naar buiten kan treden. Ik schrijf journalistieke teksten voor verschillende media, maar ik blog vooral. Minstens elke dag één stukje.
De grote vraag is nu natuurlijk, wat ik als schrijvende entertainer ga doen. Waartoe zet ik mijn ambacht in? Sschrijven is één ding, maar dat ook nog ten dienste stellen van een hoger doel is een ander ding. Welk entertainment is aan mij besteed? Schrijven is sowieso een “luxe-product”, dus in feite is elke manier van publiceren een vorm van vermaak.
Misschien komt dat antwoord wel uit het gesprek dat Sergej Bolsjakov had met vader Michaël. Bolsjakov leefde tussen 1901 en 1990 en was een Russische emigrant, die langs talloze Europese kloosters trok, om het leven van de monniken te beschrijven en de oecumene te bevorderen. Dit gesprek is opgenomen in het boek De Monastieke Tuin van de beweging De Laura Van Abt Poimên.
In dit gesprek is één opmerking, waarbij ik bij het lezen werd aangesproken. Alsof de gesprekspartners zich richten tot mij: “Ik geef u een soortgelijke raad. Gebruik uw literaire begaafdheid om het Koninkrijk der hemelen onder de mensen te verspreiden en het Goede Nieuws te verkondigen. Dat is in feite uw plicht.”
Mijn literaire begaafdheid, wie ben ik om dat over mijn eigen schrijverij te zeggen? Natuurlijk, dat talent om te schrijven heb ik wel. Maar mijn literaire begaafdheid? Als ik kijk naar andere schrijvers, val ik in het niet. Ik mag niet eens in de schaduw staan van mensen als Martin Bril, Gerard Reve, Primo Levi, Huub Oosterhuis, Nico ter Linden. Om maar eens een handvol namen te noemen.
Maar misschien moet ik deze vergelijkingen maar niet te vaak doen laten opgaan. En moet ik maar gewoon geloven in deze opdracht. Om te schrijven, over het Koninkrijk der hemelen en het Goede Nieuws. Twee mooie onderwerpen. En een doel om te schrijven.

Dit blog verscheen eerder op Modern Times.

dinsdag 22 augustus 2017

Keuzes

Wie weet ben je juist koningin geworden met het oog op een tijd als deze. Zo sprak Mordechai zijn pleegdochter Hadassa (Ester) toe. In het hele Bijbelboek Ester komt de naam van God niet voor. In ieder geval is van Zijn leiding geen duidelijke tekenen te zien. En zo kan die oude Mordechai zijn uitspraak doen. Heel gek is dat niet, want wie in een situatie zit, ziet niet het grotere verband. Achteraf kun je aanwijzen: ja, het is allemaal zo geleid.
Het is niet dat ik de illusie heb in de voetsporen van Ester en Mordechai te lopen. Geen grootse koninklijke wendingen in mijn leven. Ik zit niet op een positie om een heel volk te redden. Maar keuzes maken zal ik wel moeten. Opties te over, maar welke is de juiste? Bij welke keuze maak ik de juiste, met het oog op een tijd als deze?
Ik weet het niet. Misschien weet ik het wel, maar durf ik niet om tegen de haren in te strijken.

woensdag 16 augustus 2017

Het Refter

Met een bevriende predikant was ik in Zwolle. We bezochten de tentoonstelling Face Value van Bob Dylan. Deze expositie hangt tot en met eind september in museum De Fundatie, tegelijk met andere expo's van onder meer Jeroen Krabbé (Het Late Licht). Maar wij kwamen voor de twaalf karakterstudies van de Nobelprijswinnaar voor de Literatuur.
Na de expositie besloten we een klein hapje te eten in het centrum van de Hanzestad. We doken in Het Refter, gevestigd in het oudste deel van Zwolle, in één van de oudste panden van Zwolle. Het meisje dat ons bediende, Marleen, vertelde dat het pand ooit behoorde aan een klooster, dat in 1309 werd gebouwd.
Het Refter. Goede plek om een hapje te eten. Mijn gezelschap vroeg me naar mijn toekomstige kloosterplannen. Met zo'n eetgelegenheid is dat een terechte vraag. Ik vertelde hem dat we eerst maar gingen eten. Eerst eten, dan denken.
En schilderijen kijken.

zondag 13 augustus 2017

Uw stem verstaan

Toen ik net terug was uit Westmalle, dronk ik een kopje koffie met mijn goede vriend Jan-Willem. Met hem had ik het over 'roeping', een inwendige of uitwendige roeping. Of, om zijn woorden te citeren: “Op elke bladzijde was het voor mij duidelijk: jij hebt een roeping voor het klooster. De broeders roepen je. En daarbij: het kloosterleven past je goed, zoveel is wel duidelijk. Ga goed bij je na op wat voor roeping je wacht. Is het een vocatio externum of vocatio internum, een interne of een externe roeping? Ik zou zeggen: een overduidelijke externe roeping.”
Met een andere vriend kreeg ik het ook over roeping. Deze andere vriend, Ab, zei me om Theologie te gaan studeren. Om de kerk van Christus nog meer te dienen dan wat ik nu al doe. Een andere vocatio externum, dus. Wat kan ik hier nou weer mee? Wat moet ik hier mee doen? Terecht wees Jan-Willem me op een lied van Ad den Besten, Waarom moest ik uw stem verstaan?
Dit lied is terug te vinden in het Liedboek voor de Kerken. In de editie uit 1973 is dit lied te vinden onder nummer 484, in het Nieuwe Liedboek van 2013 is Waarom moest ik uw stem verstaan? gezakt naar nummer 941. Een melodie uit de 15e eeuw, nauw verwant met In dich hab ich gehoffet Herr.
Ik zing het nog maar weer uit, samen met wijlen Ad den Besten. Wat zou ik zonder poëzie moeten? Den Besten geeft natuurlijk geen antwoord op mijn concrete zoektocht. Wel wijst hij een richting, de weg die 'ook door uw Zoon gegaan is'. En tal van oudtestamentische profeten en leiders, die niet zaten te wachten op hun roeping.
Wat dat betreft bevind ik mij in goed gezelschap.
Als ik maar toegeef.

maandag 7 augustus 2017

Paasloo

Vorige week ben ik in Paasloo geweest. Het is het dorp waar de dichter J.C. Bloem ligt begraven. Dat is dan ook zo ongeveer het meest bijzondere om te vermelden over dit Overijsselse provincieplaatsje. Het is ook een nederzetting met een aantal campings. Eén van die campings is De Eikenhof, waar sinds jaar en dag een evangelisatieproject wordt gedaan. En in die hoedanigheid, als camping-evangelist, was ik in Paasloo
We hebben als team een mooie week gehad. Veel gezien, bijzondere lessen geleerd. En zijdelings nagedacht over een leven in de wereld of een leven als monnik. Al wandelend over de Paasloose camping, dacht ik regelmatig: hier hoor ik thuis. Dit is waar ik nu mee bezig moet zijn. Dit is werk wat bij me past, hoewel ik ook op dit vlak natuurlijk een leven lang blijf leren.
Een definitieve keuze voor of tegen intreden in een klooster, heb ik nog niet gemaakt. Ik blijf hier nog over nadenken. En ik laat me hiervoor bijstaan door vrienden, kennissen, broeders, familie, geliefden – kortom, wijze mensen.
Eerst nog maar bijkomen van de afgelopen week op De Eikenhof.

vrijdag 28 juli 2017

Paasloo

In Paasloo is deze vakantie een evangelisatieproject gaande. Een project waar ik sinds jaar en dag nauw bij betrokken ben. Het is ook een onderneming waar mijn hart ligt. Zodra ik het terrein weer op kom, word ik weer begeisterd om iets van Gods liefde uit te delen.
Dit evangelisatiewerk is ook een reden dat ik nu niet het klooster in ga. Mijn werkterrein ligt voorlopig nog in de wereld. In Paasloo dus – één van de werkgebieden. Hier in het Overijsselse dorp sta ik met mijn voeten in de klei. Dit is een motief dat ik als monnik in de wereld sta. Een jezuïet, op de grens tussen kerk en samenleving.
Maar ook met een benedictijnse inborst. Biddend en werkend. Beschouwend. Als teamleider vormen de teamleden mijn 'club'. Ik ben als “abt” verantwoordelijk voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van de mede-evangelisten. Zo is dat.
Naar Paasloo dus. Misschien heb ik tijdens de week ook nog tijd en gelegenheid om naar het kerkje te gaan. Een bedevaart naar J.C. Bloem, de dichter die aldaar begraven ligt.

vrijdag 21 juli 2017

Schoenendief wordt pater

WESTMALLE – Een 46-jarige schoenendief uit Antwerpen beloofde op zijn proces om zijn leven te beteren door... pater te worden. En hij houdt woord: een aantal weken geleden heeft de man zich effectief aangeboden in de Abdij van Westmalle.
“Hij doorloopt een oriëntatiefase,” bevestigt de prior. De veertiger had bij warenhuis Inno een paar sportschoenen van Fred Perry gestolen en kreeg een werkstraf van 46 uur. Eerder had de man, die lange tijd als dakloze leefde, een voorwaardelijke celstraf gekregen, omdat hij drie jaar lang in hotels leefde door codes van cadeaubons te kraken.

donderdag 20 juli 2017

Burgemeester

Je blijft journalist, ondanks wat je verder ooit doet in je leven. Zo houd ik nog steeds de (traditionele) media bij, hoewel ik niet actief als redacteur werk. Niet betaald, althans. Zo las ik in de Leeuwarder Courant dat Ineke van Gent, oud-Kamerlid voor GroenLinks, burgemeester wordt van Schiermonnikoog.
Zij volgt Dick) Stellingwerf op, die de afgelopen twee jaar waarnemend burgemeester was. Waarom het mijn aandacht trekt? Niet zozeer vanwege partijgenoot Stellingwerf. Of de partij GroenLinks, met de Ab Harrewijn Prijs, genoemd naar de wijlen dominee en partijvoorzitter.
Maar wel omdat het om Schier gaat. Het eiland waar de cisterciënzer broeders willen terugkeren. De broeders, die mij naar Westmalle hebben doorverwezen. Een richtingwijzend eiland dus.

vrijdag 14 juli 2017

Braamstruik

Het leek welhaast een brandende braamstruik, toen ik afgelopen maandagavond met deze man terugliep. Een vocatio externum, zo je wilt. Hij had een opmerking voor me, uit de grond van zijn hart. Of ik niet de gemeente van Christus méér wilde dienen dan ik nu al doe – door Theologie te gaan studeren. En zodoende predikant te worden, een verbi divini minister: dienaar van het goddelijk woord.
Een reden voor deze uitwendige roeping was er niet. Dat wil zeggen, er was geen sprake van een projectie vanuit mijzelf dat deze opmerking uitgelegd kan worden als 'de vader van de gedachte'. Althans, ik wil voorkomen dat het een projectie mijnerzijds is. Misschien is de notie wel vergelijkbaar met de brandende braamstruik van Mozes.
“Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken,” schrijft de kroniekenschrijver van Exodus in hoofdstuk 3 vers 3. Met mijn contemplatieve inborst ga ik Mozes achterna. Om het wonderlijke verschijnsel van de maandagse opmerking van dichtbij te bekijken. Wellicht is de waarneming, die mijn buurman die avond had gedaan, iets wat geheel tegen mijn haren instrijkt (om Thomas Quartier te parafraseren).
Niet dat ik mezelf op gelijke hoogte wil stellen met de grote oudtestamentische profeten, maar vrijwel alle grote mannen uit de Schrift stonden niet te springen om een opdracht van de Eeuwige uit te voeren. Dus waarom zou ik dan wel een opdracht als dienaar in de wind moeten slaan?


zaterdag 8 juli 2017

Somebody touched me

In 2001 verscheen bij Sony Music een verzamelalbum voor de Japanse markt: Bob Dylan Live 1961 – 2000. Het betreft zestien live-opnames uit de genoemde periode. De cd opent met het nummer Somebody Touched Me, een gospel-traditional. Het bijbehorende boekje meldt dat deze live-opname uit 2000 is, en opgenomen in Portsmouth, Engeland.
Veel meer informatie geeft het boekje niet. Maar een blik op de site van BobLinks laat zien dat Dylan dit nummer 24 september 2000 speelde. Het was in die jaren, dat de zanger elk optreden opende met een gospel-traditional, soms in de setlist aangevuld met een eigen gospel (Gotta Serve Somebody, zoals in Portsmouth).
Ik heb in de afgelopen weken regelmatig aan dit lied gedacht. Vanwege het refrein: Somebody touched me, must've been the hand of the Lord. Want dat is zoals ik een ervaring in het klooster heb ervaren, dat ik werd aangeraakt. Het moest de hand van de Heer zijn geweest. Reden genoeg om dit nummer weer eens op te zetten.
En het volume wat hoger te draaien.

Dit blog verscheen eerder op FritsTromp.nl

woensdag 5 juli 2017

Verantwoording

Mijn kloosterbezoek spreekt bij veel mensen tot de verbeelding. Hoe gaat het er aan toe in een klooster? Hoe ziet je dagprogramma er uit? Wat doe je nou precies, zo'n dag? Mag je wel naar buiten, de stad in om een biertje te drinken? Wat nou, als je heel ziek bent en zorg nodig hebt? Hele praktische vragen, maar ook vragen over het religieuze aspect. Hoe zien de kerkdiensten eruit? Wat zing en lees je?
In mijn verslag maak ik een soort verantwoording, een weergave van dit soort vragen. Want ik had die vragen uiteraard ook. Een verslag maken, het schrijven, dat is mijn manier om alle indrukken te verwerken. Het contemplatieve leven staat niet ver van mij af.
Maar ook op andere manieren leg ik uit hoe een klooster “werkt”, en hoe mijn verhouding tot de Roomse gelovigen en Godzoekers is. Zo heb ik mijn kloosterervaring gedeeld met de groeigroep waar ik lid van ben. Ik ben bij vrienden langs geweest, en zij bij mij – om mijn verhaal te horen. Maar ook, ik heb er een blog over geschreven voor de gereformeerde Bijbelstudiebond.
Waar het hart vol van is...
Zeker. Maar dat is lang niet het enige. Het is vooral de combinatie van verschillende elementen van mijzelf. Het gaat om het schrijven, een talent waar ik mij in oefen. In het schrijven zit ook een stukje contemplatie, een beschouwend element. Het raakt ook mijn interesse in theologie. Daarbij een soort “verantwoording” van mijn persoonlijke zoektocht, een particuliere God-zoektocht.
Laat mij maar schrijven.

maandag 3 juli 2017

Roeping

Wat is een roeping? Hoe werkt zo'n roeping? Onlangs had ik het hierover met mijn vriend Jan Willem. In dit gesprek vielen ook de termen vocatio externum of vocatio internum – een externe roeping of een interne roeping. Waarbij de vraag werd gesteld welke roeping op mij van toepassing is, inzake het kloosterleven. Volgens Jan Willem duidelijk een vocatio externum, voor mij duidelijk een vocatio internum.
Die externe roeping zit 'm in het verlangen van de broeders, die me welhaast zonneklaar lieten merken dat ik binnen deze kloostergemeenschap paste. Zo voelde ik me ook, ondanks dat ik een calvinist van boven de rivieren ben. En ondanks dat ik in mijn burgerkleding in de koorbanken plaats nam. Gedurende de tiendaagse in Westmalle paste het monastieke leven me als een jas.
Wat me na dat gesprek met Jan Willem ook is blijven hangen, is de opmerking over de externe roeping. De oudtestamentische profeten hadden stuk voor stuk weinig trek in hun externe roeping, in hun van buitenaf opgelegde opdracht. Natuurlijk, ik zal me niet één op één vergelijken met de profeten, maar ik wil me ook niet boven hen plaatsen. Als zelfs zij gehoor moesten geven aan hun taak, wie ben ik dan om zo'n roeping wél te weigeren?

zondag 2 juli 2017

Klooster

Ik ben inmiddels alweer langer thuis uit het klooster, dan dat ik in het klooster heb verbleven. Dat betekent dat er dus enige afstand is gekomen. De waarheid is dat de overgang vanuit de abdij naar Leeuwarden een grotere stap was, dan van Leeuwarden naar Westmalle. Dat betekent dat ik het goed heb gehad bij deze katholieke broeders. En ik heb het ook inderdaad goed gehad bij de mannen van Westmalle.
Bij mijn afscheid vroegen de broeders wanneer ik weer terug kwam naar Westmalle. Dat weet ik niet. Het is nu goed om de tijd te nemen. Om mijn woestijnreis tijdens de klooster-tiendaagse op te laten inwerken. Westmalle heeft me goed gedaan, zo'n gemeenschap bevalt mij goed en ik viel bij deze gelovige mannen ook in goede aarde. De wederzijdse sfeer was meer dan goed.
Maar ik ben er van overtuigd dat ik voor nu een taak in de wereld heb te volbrengen. De vocatio externum was sterk, zeker. Maar de vocatio internum was net zo sterk. Voor nu moet ik mij dienstbaar opstellen voor het welzijn van mijn eigen stad. Teruggaan naar Westmalle zal op korte termijn waarschijnlijk eerder als retraite-leider zijn dan als kandidaat-monnik.
Dat neemt niet weg dat ik op termijn alsnog kan kiezen om het klooster in te gaan. Maar dat is voor later. Eerst nog een week Paasloo. Eerst nog KerkInDeStad. Eerst nog er op uit.


Dit blog verscheen eerder op mijn site.

woensdag 28 juni 2017

Kruis

Het kruis is het symbool van het christendom. Die kruizen als symbolen zijn in alle varianten te verkrijgen. Zoveel christenen, zoveel kruizen en kruisjes. Zo heb je bijvoorbeeld het pocketkruisje, een klein papiertje met een houten kruisje erop dat bijvoorbeeld in de Bijbel gestopt kan worden.
Confronterender zijn de kruisjes waarop Christus hangt. Confronterend, omdat zo daadwerkelijk zichtbaar is wat voor martelwerktuig het kruis is geweest. Een langzame dood, sterven in slow motion. En toch is juist dit 'volledige kruisbeeld', inclusief de stervende Christus, datgene wat het christendom onderscheidt van andere godsdiensten.
Er is betaald. Dat is in het kort de christelijke theologie. Maar daar gaat het op dit blog niet over, dit is geen apologetiek wat ik hier bedrijf. Wel is het zo dat ik na mijn woestijnervaring in Westmalle, huiswaarts ben gekeerd met een Christus-kruis. Het is zoals de apostel Paulus zegt: “Ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en die gekruisigd” (1 Kor. 2: 2).
Precies.

vrijdag 23 juni 2017

Vocatio externum of internum

De afgelopen periode heb ik in een kooster geleefd. Tien nachten was ik in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. Tijdens deze dagen heb ik een dagboek, een kroniek bijgehouden. Dit dagboek is uiteraard nog steeds bij me op te vragen, om een beeld te krijgen wat ik die anderhalve week heb beleefd.
Twee keer heb ik een ervaring gehad, die ik achteraf als een roeping heb geïnterpreteerd. De belangrijkste ervaring was die van Jesaja 58: 11, een vers waarin de HEER aangeeft de rechtvaardige te leiden. En dat in een profetie over het vasten dat Hij verlangt: het omzien naar je naaste.
De andere ervaring was een alinea uit het boek 'De Mystieke Tuin', waarin de lezer (ik?) wordt opgeroepen om de literaire begaafdheid in te zetten voor het Koninkrijk van God. Volgens mij twee teksten die prima gecombineerd kunnen worden. Door #KerkInDeStad, het stadsdiaconale project waar ik mee bezig ben in Leeuwarden. En door hierover te bloggen.
Deze week sprak ik weer met een bevriende theoloog. Of een vriend die theoloog is. Jan Willem is zijn naam. Van hem heb ik veel geleerd, vooral in het pastorale vlak. Met Jan Willem ben ik ook het project #KerkInDeStad gestart. Ruim een jaar geleden trokken wij gezamenlijk naar de Pauluskerk in Rotterdam, waarmee onze stadsdiaconaat van Leeuwarden is begonnen.
Hij zei me, nadat hij mijn verslag had gelezen, de volgende legendarische woorden: “Op elke bladzijde was het voor mij duidelijk: jij hebt een roeping voor het klooster. De broeders roepen je. En daarbij: het kloosterleven past je goed, zoveel is wel duidelijk. Ga goed bij je na op wat voor roeping je wacht. Is het een vocatio externum of vocatio internum, een interne of een externe roeping? Ik zou zeggen: een overduidelijke externe roeping.”
Hier kan ik weer even mee vooruit. Waar wacht ik op? Is de vocatio externum inderdaad zo overduidelijk? Of is die roeping een projectie van mijn eigen verlangens, mijn eigen ideeën? En hoe verhouden deze externe opmerkingen zich met de 'Godsopenbaring' van Jesaja 58? Is een eventueel monastiek leven in een abdij een vlucht of een daadwerkelijke Goddelijke opdracht?
Anders leven is tegen de haren in strijken, zegt Thomas Quartier. De oudtestamentische profeten waren stuk voor stuk mannen, die niet op hun opdracht zaten te wachten. De grote vraag is dan of ik wel zit te wachten op het leven als monnik. Je levert wel alles in, je geeft je hele leven op. Ben ik in staat om dat te doen? Tien dagen lukte me wel, maar kan ik ook de rest van mijn leven zonder mijn eigen (muziek-)bibliotheek?
Vragen waar ik mij de komende tijd over buig. En wie met me wil meedenken, graag!

woensdag 21 juni 2017

Allennig IV

Daniël Lohues is een troubadour, die het elke keer weer lukt om in liedjes 'het gevoel' te omschrijven. Met name die emotie van het thuis-zijn, op je eigen plek. En be'j de brugge ienmoal over, dan be'j zowat weer thuus. Zo is het, Daniël.
Op zijn vierde en afsluitende 'seizoens-album' Allennig IV uit 2010, staan twee van zulke heerlijke nummers. Ik luisterde ze, eigenlijk bij geval, toen ik afgelopen weekend weer thuis was na mijn Westmalle-tiendaagse. Twee nummers sprongen er uit: Kom Nou Mar Naor Huus en Niet Alle Dwalers Bennen Verdwaald. Waarom ze me opeens zo aanspraken?
In 'Kom nou mar' vanwege dit couplet:

Kom nou mar naor huus
En vind hier joen rust
Nuum 't zoa'j 't nuumen willen
Mar 't blef 'n nöst

En bij 'Dwalers':

Dwalen kan 'n doel weden
Mar zölfs zunder dat
Kan piereweijen weerde hebben
Ok al he'j der niks an had

Niet alle dwalers bennen verdwaald.

Iets vergelijkbaars heb ik met het nummer Ga Niet Weg van Jeroen Zijlstra, op zijn album Kalm (2008):

Blijf als je 't liefst wilt vluchten
Blijf al je wordt vervloekt
Blijf waar je bent gebleven
Blijf bij waarnaar je zoekt

Blijf als de wind verkeerd staat
Blijf als je bent bezeerd
Blijf als het kant noch wal raakt
Blijf tot het tij weer keert

Ga niet weg op een goede morgen
Ga niet weg op een slecht moment
Ga niet weg op een zekere avond
Blijf wie je bent

Het teruggrijpen op poëzie en literatuur, om zo onder woorden te brengen wat ik heb meegemaakt. Bij benadering. Want eigenlijk, zeker in een klooster, is iedereen allennig.

maandag 19 juni 2017

De wereld in

Tien nachten heb ik meegedaan als monnik in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. Een klooster van de Orde van de Cisterciënzers of de trappisten. Nu ben ik weer thuis. En dat is een hele omschakeling. Het leven in een afgezonderd kloosterslot is wat anders dan het leven in een drukke stad als Leeuwarden.
Ik kwam met de broeders in Westmalle in contact via de monniken van Schiermonnikoog. Deze broeders verhuizen vanuit Diepenveen naar het Waddeneiland, hoewel een nieuw klooster op Schier nog geen afgeronde zaak is. De terugkeer van de monniken naar Schier wordt op de voet gevolgd door Anne Christine Girardot en John Gruter – afgelopen weekend kreeg hun documentaire een driejaarlijkse prijs toegekend.
Tijdens mijn tiendaagse woestijnervaring in Westmalle, hield ik een dagboek bij. Een kroniek, zo je wilt. Van een calvinistische contemplatief. Dit verslag is uiteraard bij mij op te vragen (stuur dan even een mailtje naar fritstromp[at]gmail.com). Mijn verslag is een document humain en zegt misschien vooral iets over mij.
In ieder geval is het een verslaglegging dat als een basis zal dienen voor mijn verdere concrete zoektocht en invullen van een Godgewijd leven.

zondag 18 juni 2017

De reiziger

Ik ben inmiddels alweer twee nachten thuis. In het klooster van Westmalle heb ik als monnik geleefd. Een woestijnervaring. Ik heb gereisd, als het ware. Nu ik thuis ben, heb ik gedacht aan het nummer De Reiziger van Boudewijn de Groot:

Geef de reiziger een stoel,
geef hem brood en droge kleren,
laat hem zitten bij de haard.
Hij is overal geweest,
hij die alles heeft verloren,
hij die nooit iets heeft bewaard.
Haal flessen uit de kelder
en haal muziek in huis.
Laat iedereen het horen:
de reiziger is thuis.

Geef de reiziger het woord,
laat de reiziger vertellen.
Maar hij schudt zijn hoofd en wacht.
Hij heeft overal gezocht,
hij heeft nergens iets gevonden
en hij heeft niets meegebracht.
Hij zegt: ik ben veranderd,
ik ben hier niet meer thuis.
Maar laat de kinderen komen,
de kinderen van dit huis.

Laat de kinderen komen,
laat de kinderen komen,
ik heb aan ze gedacht.
Ze zullen mij niet kennen
en ze zullen mij niets vragen.
Ze hebben niets verwacht.

En niemand zal begrijpen
wat ik doen kom in dit huis.
Maar de kinderen zullen zeggen:
de reiziger is thuis.

Geef de reiziger een stoel...

zaterdag 17 juni 2017

Eerste nacht

Mijn tiendaagse bezoek aan het klooster in Westmalle is achter de rug. Afgelopen nacht heb ik mijn eerste nacht in mijn eigen bed gehad. Het is goed om weer thuis te zijn, na zo'n woestijnervaring bij de Orde van de Cisterciënzers van de Strikte Observantie. Ruim anderhalve week woonde ik bij de dertig broeders in Vlaanderen. Ik heb gezien hoe goed het is als broeders samen wonen.
Deze broeders leven volgens de Regel van Benedictus van Nursia. Deze kerkvader begint zijn Regel als volgt:
“Luister, mijn zoon, naar de voorschriften van je leraar en spits het oor van je hart. Neem volgaarne de raadgevingen van je liefhebbende vader aan en breng ze goed in praktijk. Dan kun je door actieve gehoorzaamheid terugkeren naar Degene van wie je door luie ongehoorzaamheid was weggegaan.
Mijn betoog is gericht tot jou, wie je ook bent, die afstand doet van zijn eigen wil en als soldaat van Christus de Heer en ware Koning de krachtige, roemrijke wapens van de gehoorzaamheid opneemt.”
(Uit: Benedictus van Nursia, Regel, onder redactie van Krijn Pansters en Guerric Aerden OCSO, uitgeverij DAMON Budel, 2014).
Zo is het. De monniken, mannen uit één stuk, hebben hun wereldse leven opgegeven om God te zoeken. Een contemplatief leven leiden ze. Gericht op het aangezicht van de Eeuwige.
Ik heb het goed gehad bij deze Vlaamse broeders (overigens een groep met een grote Nederlandse inbreng). Dit weekend zal alles een plek gaan krijgen. Maar laat ik alvast een tip van de sluier oprichten: ik ging om God te ontmoeten en antwoord te krijgen naar een Godgewijd leven – en in die zoektocht ben ik positief geslaagd.

dinsdag 6 juni 2017

Postulant

Iemand die zich nieuw aanmeldt voor de monastieke levenswijze wordt niet zomaar binnengelaten. Maar zoals de apostel zegt: 'Onderzoek de geesten, om te zien of ze wel van God komen.' (1 Joh. 4, 1)/(58, 1 + 2).

Uit: Johanna Domek – Benedictijnse inspiratie voor elke dag van het jaar, Uitgeverij Ten Have, 1e druk 2006

zondag 4 juni 2017

Eerste Pinksterdag

In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: 'Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen spreken? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.' Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: 'Wat heeft dit toch te betekenen?' Maar sommigen zeiden spottend: 'Ze zullen wel dronken zijn. Zij hebben te veel zoete wijn gehad!'

Handelingen 2: 5 – 13
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling
© Nederlands Bijbelgenootschap 2004

zaterdag 3 juni 2017

Een manier van kloosterleven

Momenteel ben ik me aan het oriënteren op een mogelijk leven als monnik. Een van de manieren om zo'n leven te onderzoeken, is om actief deel te nemen in een klooster. Wat ook een mogelijkheid is, is om andere monastieke vormen op te zoeken en te bevragen. Zo ben ik begin deze maand ook op de koffie geweest bij Nikolaas Sintobin.
Nu is het zo, dat ik een fan ben van Bob Dylan. Met Pasen gaf hij drie optredens in de AFAS Live, een concertzaal in Amsterdam. De benedictijnse monnik Thomas Quartier was er ook. Journalist/dominee Rien van den Berg maakte er een heuse reportage over. Broeder Thomas heeft de monnik in Bob Dylan ontdekt. In het betreffende artikel zegt broeder Thomas onder meer:
“‘De band is zijn kloostergemeenschap,'. Het versterkt zijn overtuiging dat Bob Dylan de monnik in zichzelf heeft ontdekt, en in zijn liederen leeft: zijn band is een reizend klooster. En Dylan heeft in die kloostergemeenschap de regie. Hij beseft zijn eigen zwakte en laat dus zijn medebroeders uitblinken op hun instrumenten – vooral de gitarist en de drummer schitteren. Maar Dylan is onmiskenbaar zelf de centrale figuur. Een vader abt? ‘Nee, een stichter. Zoals Benedictus van Nursia ooit een groep monniken om zich heen verzamelde en een nieuw klooster oprichtte. Natuurlijk voelt het hier heel anders, maar je proeft eenzelfde bezieling. Bob Dylan is de stichter van een nieuwe orde, inspirerend, tegendraads, radicaal, creatief, revolutionair en volstrekt onmodieus – exact zoals het monnikenwezen bedoeld is.’”
Het kloosterleven is dus breder dan intreden in een klooster. Ook rondreizen kan een monastieke ervaring zijn.

donderdag 1 juni 2017

Pinksteren

Juni is de maand met het Pinksterfeest. Tijdens dat eerste feest, zoals in Handelingen 2 staat beschreven, houdt de apostel Petrus een vlammende preek. Hij fulmineert tegen de Joodse aanwezigen, die de Messias hebben vermoord. Maar er is ook hoop, aldus de Rots op wie de kerk is gebouwd. Bekeer je en laat je dopen, is zijn oproep. Dan wordt je gered.
De belangrijkste vraag die het volk die dag stelt, is: Wat moeten wij doen, mannen broeders? (Handelingen 2: 37). Goede vraag. Het is ook de vraag die ik mij stel tijdens het Pinksterfeest. Weliswaar in een geheel andere context – maar wel met het doel op welke manier God mij kan inzetten.
Om tot een antwoord te komen, ga ik voor een kleine twee weken het klooster in. Het betreft de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle, een cisterciënzers gemeenschap. In deze periode hoop ik Gods stem te horen als een richtinggevende woorden. Pinksteren 2017 krijgt daarmee dus een nieuwe invulling.

woensdag 31 mei 2017

Mei

De maand mei is zo goed als teneinde. Een meisje waarmee ik een aantal jaar geleden een paar maanden mee optrok, maakte elke maand een 'maandfilmpje'. In dat filmpje liet ze zien wat ze de afgelopen maand allemaal had gedaan, wat haar bezig hield. Nu ben ik niet zozeer van de filmpjes, maar elke maand terugkijken op de ervaringen is natuurlijk wel goed.
Ik heb deze maand een goed gesprek gehad met Nikolaas Sintobin SJ, Vlaams jezuïet in het statige grachtenpand De Krijtberg, een kerk aan het Singel in Amsterdam. Hij heeft me met beide benen op de grond laten staan: maak niet in een 'bekerings-enthousiasme' een keuze voor een levenslange klooster-gelofte.
Daar komt bij: je kunt als monnik ook goed in de wereld leven en werken, zoals de jezuïeten doen. Deze Sociëteit van Jezus is een organisatie die zit op het snijvlak van kerk en maatschappij. Deze religieuzen hebben vaak een gedegen universitaire opleiding gehad en zoeken vaak een connectie met een “moeilijk” onderdeel in de maatschappij. Zoals internet: hoe ben je op internet actief? Het is een nog redelijk onontgonnen gebied voor de kerkelijken.
Volgende maand ben ik op pad. Twee weken in Westmalle, het klooster van de cisterciënzers in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. Een monastieke ervaring waar ik erg naar uit kijk.
Maar dat is volgende maand pas.

maandag 29 mei 2017

Aftellen


Het aftellen kan beginnen. Volgende week is het Pinksteren – twee dagen lang vieren we de uitstorting van de Heilige Geest. De informele Derde Pinksterdag reis ik af naar Westmalle (bij Antwerpen). Tien dagen lang mag ik meedraaien met de broeders van in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. Dat betekent deze week de spullen op orde maken, kleren uitzoeken, boek mee voor onderweg.
En de vakjes boven mijn bed wegstrepen. Het is zoals vroeger, toen ik uitkeek naar mijn verjaardag. Boven mijn bed had ik een papier hangen met een aantal vlaggetjes. Elk vlaggetje stond voor het aantal nachtjes dat ik nog moest slapen, voordat ik dan jarig was. En elke ochtend kon ik weer een vlaggetje wegstrepen. Letterlijk aftellen.
Nu geen vlaggetjes, maar bierglazen.


dinsdag 23 mei 2017

Aftreden

Vorige week sprak ik met Nikolaas Sintobin SJ, overste van de jezuïeten in Amsterdam. We spraken onder meer over het ambt van overste, een functie die niet-democratisch wordt ingevuld. Een overste wordt aangesteld van hoger hand, voor een periode van zes jaar. Na die zes jaar is een nieuwe jezuïet de overste en gaat de aftredende overste weer terug naar het voetvolk.
Het zijn dienstbare lui, die jezuïeten. Dienstbaar aan elkaar en aan de samenleving. Het duidelijkst wordt dat zichtbaar in het werk van de huidige paus, Franciscus. De kerkleider is een jezuïet, de eerste uit deze orde die als kerkvorst is verkozen. Na het Habemus papam bij zijn verkiezing in 2013, was een gewone Italiaanse avondgroet.
Zijn aantreden kenmerkte zich door soberheid, die hij ook tot uitdrukking brengt in zijn kleding en het gebruik van de pauselijke symbolen. Hij woont in het gastenverblijf in Vaticaanstad. Hij waste en kuste de voeten van twaalf vluchtelingen. En hij heeft gezegd dat hij het voor mogelijk houdt dat ook hijzelf zal aftreden als paus, net als voorganger paus emeritus Benedictus XVI.
De mogelijke abdicatie van Franciscus past goed bij de jezuïeten, die bekend zijn met het principe om voor een bepaalde en afgebakende periode een leidinggevende functie te vervullen. Om daarna weer onder het “gewone volk” te werken.
Zoiets heeft wel wat, dat je niet “eindigt” als leidinggevende, maar ook in je rol als overste bescheiden blijft. Hoewel zoiets ook wel weer lastig kan zijn voor je opvolger, dat diens voorganger zich onder zijn kudde bevindt.
We zullen het merken bij de huidige paus wat zijn toekomst zal zijn. Of hij over twee jaar, als Jorge Mario Bergoglio zes jaar paus is, ook zal aftreden. Misschien doet hij het wel niet. We zien vanzelf wel.