Onder jongeren komt het
meer en meer voor: burn-out. Onder studenten is het percentage
opgebrande mensen relatief hoog: meer dan één op de drie studenten
(34,6 procent) heeft een verhoogde kans op een burn-out. Ter
vergelijking: voor de werkende, gezonde bevolking is dit percentage
slechts 14,6 procent.
Waar dat door komt? De
redactie van NOSop3 koos twee verhalen uit, van Jip en van Daan. Hun
verhalen staan voor een grote groep studenten die het zó graag goed
wil doen in hun studie, werk, vrijwilligerswerk, sociaal leven, voor
hun ouders, tijdens een relatie of bij hun sport dat het ze
uiteindelijk te veel wordt.
Je hoort bij het herstel
vanuit een burn-out, dat deze patiënten kiezen voor een ander leven.
De telefoons worden uitgezet, mails worden niet meer de ganse dag
gelezen. Je bent na een burn-out minder vaak bereikbaar. Je bent ook
wel eens onbereikbaar. Het presteren wordt minder, het leven wordt
gedoseerd.
En juist dat doseren van
het leven doet me ergens aan denken.
Het is alsof ik
Benedictus hoor praten in zijn regel. In juni ben ik te gast geweest
in het klooster van Westmalle. Dit klooster behoort tot de Orde van
de Cisterciënzers of de trappisten. Sinds het einde van de
achttiende eeuw wijden monniken zich hier toe aan een leven in
gemeenschap van gebed en arbeid.
Dit leven is een leven
dat van moment tot moment voorgeschreven is. Dat lijkt saai, maar het
is deze structuur waar de monniken (en nonnen) wél bij varen. Je
weet precies wanneer je wat moet doen. En dus ook wanneer je iets
niét doet. Dat is een bevrijdende gedachte. Je doet wat je doen
moet, op het moment dat het moet gebeuren. Alles op zijn tijd – wat
straks is, komt straks.
Monniken zijn dan ook
niet overwerkt of kampen met een burn-out.
De wereld, jongeren, mijn
generatie – wij kunnen wel wat meer Benedictus gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten