maandag 27 februari 2017

"Spreek Heer, ik luister"

Overmorgen begint de veertigdagentijd. Deze periode wordt gebruikt om je te richten op het Paasfeest, het feest van verlossing uit de slavernij. De veertigdagentijd begint met Aswoensdag. Dat is de woensdag zes weken vóór de zondag van Pasen, waarop de periode eindigt. Het duurt dus eigenlijk 46 dagen (eerst drie dagen en dan zes volle weken). Maar omdat er op de zondagen niet gevast wordt, tellen die niet mee en komt het weer keurig uit op veertig dagen (met dank aan Reinier Sonneveld in Meint R. van den Berg – Hij nam het kruis en ging...)
Je hebt tal van manieren om aan deze periode mee te doen. Centraal staat de relatie met God. Dat kan op verscheidene manieren worden vormgegeven. Zelf maak ik gebruik van de digitale 40-dagenretraite “Spreek Heer, ik luister” van de website Ignatiaans bidden. Ben ik in staat om in de komende veertig dagen te luisteren naar Gods stem?
Ik hoop van wel, zoals de kleine Samuël uiteindelijk ook luisterde en tegen zijn Heer zei: Spreek, uw dienstknecht luistert.

zondag 26 februari 2017

Woestijnvaders

Ruim een jaar geleden verscheen het boek 'Woestijnvaders. Inspiratie voor nu'. Het boek, met een mooie stoffe omslag, is het initiatief van Mattias Rouw. Dat wil zeggen, hij schreef de teksten over inspirerende mannen en vrouwen als Antonius de Grote, Mozes de Donkere, Johannes van de Ladder, Maria uit Egypte en Syncletica uit Alexandrië. In het voorwoord schrijft Rouw het volgende:
“Rond het jaar 300 trokken enkele jonge mensen de Egyptische woestijn in. Zij waren op zoek naar spirituele ontwikkeling, wijsheid en inspiratie. Hun levens en woorden inspireerden tijdgenoten op ongekende wijze. Al snel ontstonden er rond deze mensen groepen leerlingen. Anderhalve eeuw later was Egypte bezaaid met honderden kloosters, met soms honderden monniken per klooster. Sommige van deze kloosters zijn zelfs nu nog in gebruik.”
Kloosters hebben nog steeds het karakter van een teruggetrokken mini-gemeenschap. Mijn eerste ervaring met een klooster was ook op een afgelegen gebied. Monniken die zich lijken terug te trekken uit de samenleving en zich afzonderen van 'de gewone man'. Dat lijkt het beeld, althans. Maar dat is nog maar de vraag, hoe reëel dat beeld is.
Tegenwoordig is door de verstedelijking ook afgelegen gebieden bereikt en zijn kloosters lang niet altijd meer zo afgelegen als dat het romantische beeld doet geloven. En wat zijn kloosters, tegenwoordig? In Jorwerd, waar God is verdwenen volgens de kroniek van Geert Mak, is sinds jaar en dag een heus Nijkleaster. In Amsterdam zijn talloze leefgemeenschappen te vinden, en zelfs een heus Kleiklooster.
Monniken (en nonnen net zo goed) hebben een functie voor de samenleving. Als bierbrouwers, bijvoorbeeld. Maar ook als plek waar de dynamiek een hele andere snelheid heeft dan de 'burgerlijke samenleving'. Of als opvangplek voor mensen aan de zelfkant van de samenleving.
Overigens, van het boek Woestijnvaders is ook een heuse website.


zaterdag 25 februari 2017

Retraite

Eind januari 2010 ben ik voor het eerst in een klooster geweest. Samen met mijn vriend Evert, met wie ik tijdens een evangelisatieproject in Beerze tot dit plan was gekomen. We wilden gaan onthaasten, zoals dat dan zo mooi heet. Grote vraag is bij het onthaasten: waar ga je heen, welk klooster zoek je uit?
Uit het aanbod van kloosters kozen we voor de St. Willibrordsabdij te Doetinchem. Je moet immers ergens beginnen. We logeerden niet in de abdij zelf, maar in het nabijgelegen Kasteel Slangenburg. Vanuit dit gastenverblijf was het zo'n twintig minuten lopen naar de abdij, om aldaar de kerkdiensten te volgen. Onze kamer heette “In het Biezemandje”, we voelden ons dat weekend geborgen.
In oktober 2011 en november 2012 gingen Evert en ik opnieuw naar een klooster, op retraite. Die twee keer gingen we in groepsverband, vanuit Focus, een organisatie met zijn activiteiten jongeren wil helpen, ondersteunen en toerusten om hun bestemming te vinden in Jezus Christus. We gingen onder de bezielende leiding van een gereformeerd-vrijgemaakte predikant.
Voor deze twee retraites was gekozen voor Abdij Sion in Diepenveen. En jawel, dit is het klooster waarvan de broeders verhuizen naar Schiermonnikoog. Ik ben reeds twee maal onder het gehoor van deze cisterciënzer monniken geweest.
Van alle drie de kloosterbezoeken heb ik voor mezelf een verslag gemaakt. Een kroniek, om op een later tijdstip nog eens na te lezen. Ik heb de journaals nog maar weer eens uit de kast gehaald, al bladerend door mijn handschrift. Mooie tastbare herinneringen. Of zijn het aanwijzingen, hints naar waar ik nu mee bezig ben? Als een soort voorafschaduw.
Zeven jaar is er inmiddels verstreken sinds dat eerste kloosterbezoek aan de St. Willibrordsabdij te Doetinchem. Wel een mooi aantal, een Bijbels aantal jaren. Wellicht is het een Jakobs-vertelling: zeven jaar werken voor vrouw 1 (een definitieve keuze maken), vervolgens opnieuw zeven jaar werken voor vrouw 2 (de keuze voor het juiste klooster of leefgemeenschap). We zullen wel zien wat de Heer in petto heeft.

donderdag 23 februari 2017

Broeder Guerric

In mijn contact met broeder Paulus van Klooster Schiermonnikoog, verwees de broeder mij door naar de novicenmeester van Westmalle. In dit Antwerpse dorpje is het moederklooster, van waaruit de broeders naar Schier worden 'uitgezonden'. De novicenmeester van Westmalle is broeder Guerric. Hij was mij geheel dienstbaar, toen ik hem een paar vragen mailde.
Bijna terstond had ik een mail van hem terug, met een uitnodiging om twee weken lang bij hen een stage te lopen. Tegelijk beantwoordde broeder Guerric mijn vragen. Hij schreef mij het volgende:

“Cisterciënzer-monniken zijn contemplatieve kloosterlingen die in gemeenschap leven en hun hele leven oriënteren op het grote mysterie van God. Daartoe zijn stilte, eenzaamheid, soberheid, broederliefde, lezing van de heilige Schrift en de kerkvaders, liturgie en gebed de meest geëigende middelen.

Een abdij staat onder een abt, die de vader is van de gemeenschap en ook hoofdverantwoordelijke voor al wat er binnen zijn territorium en gemeenschap gebeurt. Een abdij is economisch zelfstandig. Hier in Westmalle bijvoorbeeld verdienen wij ons brood met bier maken en een grote boerderij runnen. In de brouwerij werken geen monniken omdat het arbeidsritme daar niet goed in overeenstemming te brengen is met het stille, monastieke leven. Maar de monniken sturen wel de brouwerij en bepalen wat daar gebeurt. Er zijn vele gesalarieerde arbeiders die hier werken, zo’n zeventig. De abdij is een klein dorp waar naast de hoeve en het klooster ook een bakkerij is, een kaasmakerij, boekbinderij, tuinen, kippen, schapen, koeien, varkens, etc…

Elke monnik werkt ongeveer vier à vijf uur per dag. Men krijgt een opdracht die aansluit bij zijn vaardigheden of opleiding.

De opleiding van een monnik duurt zo’n vijf à zes jaar. Eerst is men postulant (nog niet ingekleed), dan twee jaar novice, dan drie jaar klein-geprofeste en tenslotte legt men zijn plechtige professie af. Heel die tijd krijgt volgt men lessen en wordt men deskundig begeleid.

Als je intreedt breng je mee wat je denkt nodig te hebben, in samenspraak met de novicemeester.”

Met deze hartelijke uitnodiging en uitgebreide antwoorden, ben ik weer een stapje verder. De volgende stap: twee weken naar Westmalle. Nu nog een plek in mijn agenda vinden en alles gaan regelen.

maandag 20 februari 2017

Contact met Schier

Nadat ik had besloten om me te oriënteren op het kloosterleven op Schiermonnikoog, moest ik natuurlijk de volgende stap zetten. Een redelijk logische stap, maar ook voor zulke zetten moet je actie ondernemen. En zodoende nam ik contact op met de broeders op Schiermonnikoog. Hun website gaf me een e-mailadres, makkelijk zat om een mailtje te sturen.
Ik feliciteerde de broeders met de komst naar Friesland, mijn thuisprovincie. Maar na deze complimenteuze opening, moest ik met de billen bloot en stelde ik mijn vragen. Ik klopte immers aan de digitale deur van het virtuele klooster op Schier, maar ik moest wel iets aan te bieden hebben. Dat waren mijn vragen.
Ik vroeg de broeders:
Stel dat ik daadwerkelijk bij jullie zou willen intrekken, hoe gaat zoiets in zijn werk?
Moet ik me melden bij jullie?
Hoe ziet een proefperiode er bij jullie uit?
Zou ik met een eventuele verhuizing naar jullie klooster mijn eigen boeken-bibliotheek kunnen/mogen meenemen?
Hoe komt een klooster aan inkomsten? - heb je als monnik een beroep 'buiten de deur', of ben je in principe gewoon werkzaam in het klooster zelf?
Hoe ziet het leven van een monnik er uit?
Niet veel later kreeg ik een e-mail terug van broeder Paulus, novicemeester van het cisterciënzer klooster. Broeder Paulus mailde me beleefd en broederlijk terug. Momenteel betrekken vijf mannen een gewoon huis op het Waddeneiland en nemen ze geen nieuwelingen aan. Dat zal pas gaan gebeuren als het nieuwe klooster af is. Richttijd: dat duurt nog wel 2 tot 3 jaar. Voor in de tussentijd leek het broeder Paulus goed om contact op te nemen met het moederklooster, de trappisten van Westmalle (een dorp in de Belgische provincie Antwerpen en een deelgemeente van de gemeente Malle). Broeder Paulus gaf me contactgegevens van de novicemeester broeder Guerric.
Volgende stap is dus om de Antwerpse broeder en monnik te benaderen. Met feitelijk dezelfde vragen, als waar broeder Paulus in alle bescheidenheid nog geen antwoord op wilde geven.
Ergo, we zijn weer een stapje verder.

zondag 19 februari 2017

De schiere monnik

In de Middeleeuwen woonden en leefden op een Fries Waddeneiland cisterciënzer monniken. Het betrof een zogenaamde uithof van het klooster Claercamp van Rinsumageest (bij Dokkum). Wikipedia meldt dat de monniken van het klooster grijze pijen droegen. Zo ontstond de naam: 'schier' betekent grijs, en 'oog' is etymologisch hetzelfde als 'ei' in 'eiland'. De monniken vertrokken naar Diepenveen, maar de Abdij Sion is voor de broeders een te groot gebouw geworden. Vandaar dat ze hebben besloten om terug te keren naar Schiermonnikoog, het eiland waar ze oorspronkelijk vandaan komen.
Ik ben een aantal maal op retraite geweest. Ook in het klooster in de Achterhoek. Ondanks mijn gereformeerde opvoeding, heeft dit gemeenschapsleven me nooit losgelaten. Onder aansporing van verschillende mensen in mijn omgeving, ben ik me aan het oriënteren op een mogelijk leven als monnik. Zeker nu de broeders naar mijn provincie verhuizen, is dat een goede gelegenheid om dit leven concreet te gaan onderzoeken. Past dit leven bij mij? Wil ik me voegen in de cisterciënzer traditie nemen we mee, om te leven met God op een manier die ons past: teruggetrokken in eenvoud?
Ik ben in mijn hele wezen een schrijver, een beschouwer. Vandaar dat ik dit blog ben begonnen. Een manier om mijn leven te vereenvoudigen, door de gebeurtenissen op papier (een digitaal papier, in dit geval) te zetten. Om op deze manier orde en structuur te brengen in alle informatie die nu op me af komt en op me af zal komen. Tegelijk ben ik als schrijver ook publicist en wil ik gelezen worden. Misschien dat ik met mijn verhalen anderen inspireer en motiveer om hetzelfde te gaan doen: onderzoeken wat het leven voor je in petto heeft.
Een gereformeerde jongen als cisterciënzer monnik, is dat niet schier onmogelijk? Niets is onmogelijk – ik denk dat het wel kan, om een schiere monnik te worden. Uiteindelijk gaat het immers om het gemeenschappelijke geloof in dezelfde Verlosser.
Vandaag is mijn publieke en zichtbare zoektocht naar het monniken-bestaan van start gegaan. Na vandaag zal ik, onregelmatig, nieuwe berichten plaatsen over mijn vervolgstappen. Zonder enige pretenties, want overtuigen wil ik niemand, hoogstens mezelf. Ik plaats mijn berichten ter lering ende vermaeck.
Op weg naar het klooster.