Ruim een jaar geleden
verscheen het boek 'Woestijnvaders. Inspiratie voor nu'. Het boek,
met een mooie stoffe omslag, is het initiatief van Mattias Rouw. Dat
wil zeggen, hij schreef de teksten over inspirerende mannen en
vrouwen als Antonius de Grote, Mozes de Donkere, Johannes van de
Ladder, Maria uit Egypte en Syncletica uit Alexandrië. In het
voorwoord schrijft Rouw het volgende:
“Rond het jaar 300
trokken enkele jonge mensen de Egyptische woestijn in. Zij waren op
zoek naar spirituele ontwikkeling, wijsheid en inspiratie. Hun levens
en woorden inspireerden tijdgenoten op ongekende wijze. Al snel
ontstonden er rond deze mensen groepen leerlingen. Anderhalve eeuw
later was Egypte bezaaid met honderden kloosters, met soms honderden
monniken per klooster. Sommige van deze kloosters zijn zelfs nu nog
in gebruik.”
Kloosters hebben nog
steeds het karakter van een teruggetrokken mini-gemeenschap. Mijn
eerste ervaring met een klooster was ook op een afgelegen gebied.
Monniken die zich lijken terug te trekken uit de samenleving en zich
afzonderen van 'de gewone man'. Dat lijkt het beeld, althans. Maar
dat is nog maar de vraag, hoe reëel dat beeld is.
Tegenwoordig is door de
verstedelijking ook afgelegen gebieden bereikt en zijn kloosters lang
niet altijd meer zo afgelegen als dat het romantische beeld doet
geloven. En wat zijn kloosters, tegenwoordig? In Jorwerd, waar God is
verdwenen volgens de kroniek van Geert Mak, is sinds jaar en dag een
heus Nijkleaster. In Amsterdam zijn talloze leefgemeenschappen te
vinden, en zelfs een heus Kleiklooster.
Monniken (en nonnen net
zo goed) hebben een functie voor de samenleving. Als bierbrouwers,
bijvoorbeeld. Maar ook als plek waar de dynamiek een hele andere
snelheid heeft dan de 'burgerlijke samenleving'. Of als opvangplek
voor mensen aan de zelfkant van de samenleving.
Overigens, van het boek
Woestijnvaders is ook een heuse website.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten