De augustijner monnik en
professor Maarten Luther publiceerde vandaag precies 500 jaar geleden
zijn 95 Stellingen. Hij wilde de kerk hervormen, met name op het
gebied van rechtvaardiging, geloof en aflaathandel. Maar Luther werd
de kerk uit gezet. Dus viel aan hervormen niets te doen – wat moet
je immers hervormen, als je zelf geen deel meer uitmaakt van datgene
wat je wilt reformeren?
De Rooms-Katholieke Kerk
scheurde uiteraard niet op die middag in 1517, toen Luther zijn
geschrift timmerde op de deur van de kerk in Wittenberg. Die
publicatie bleek het begin van vooral afstoten. Het resulteerde in
kerkscheuringen, vooral ter rechterzijde van het gereformeerdendom.
Hervormen bleek een term te worden om vooral voor jezelf te beginnen.
Maar er is een kentering
zichtbaar. Vooral protestanten zien openingen om terug te keren tot
'de moederkerk' uit Rome. Er moet weliswaar nog heel wat water door
de Rijn, voordat lutheranen en calvinisten zich voegen onder het
gezag van Paus Franciscus – maar er wordt openlijk geflirt tussen
de twee westerse kerkstromingen.
Ik doe daar aan mee. In
juni was ik twee weken te gast in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van
het Heilig Hart van Westmalle. Hier wonen de broeders van de Orde van
de Cisterciënzers of de trappisten – monniken zich wijden aan een
leven in gemeenschap van gebed en arbeid. Wat heb ik er een goede
tijd gehad! Ik kijk er met plezier op terug.
Katholieken en
protestanten hebben tot aan “Luther” anderhalf millennium samen
opgetrokken. Het monnikenleven was geen punt van discussie. Misschien
is het aan mij de bescheiden taak om het ongedeelde monastieke leven
weer op te zoeken. Zoals kloosters tot aan grofweg 1500
vanzelfspreken waren, zo kunnen deze gebouwen ook tegenwoordig weer
hun functie terugkrijgen.
In de ongedeelde kerk. De
ene heilige, algemene christelijke kerk. Katholiek, algemeen. En
protestant: de term pro-testant betekent vooral ik getuig (= testor)
voor (= pro) de waarheid.
Katholiek-protestantse
kerk. Niks mis mee, dus.