In de kerkelijke gemeente
waar ik bij betrokken ben, zijn we bezig met vijf kernwaarden. De
kernwaarde waar we nu mee werken, is de waarde van Gastvrijheid. Als
voorzitter van het kerkenraad pastoraat-gedeelte, mag ik de
vergaderingen openen met een stichtelijk woord.
De KP-vergadering van
gisteravond, opende ik met een stukje uit de Regel van Benedictus.
Hiervoor maakte ik dankbaar gebruik van het boekje 'Benedictijnse
Inspiratie voor elke dag' van Johanna Domek. Bij dag 279 schrijft zij
het volgende:
“Alle gasten die
langskomen worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal zeggen:
'Ik was een vreemdeling en u hebt Mij ontvangen.'
(Mt. 25, 35)/(53,1)
Ben ik, wanneer er iemand
komt, stil en open genoeg, zodat hij of zij kan aankomen... althans
meestal?
Of voel ik de komst van
een gast meer als een verstoring?
Of verwacht ik gasten en
zie ik ze als een afleiding van mezelf?
Of zie ik in een gast
iemand die weer iets van me wil?
Of zie ik een mens die
mij iets kan geven en dat ook moet doen?
Benedictus zegt dat we in
een gast Christus ontvangen
Voorafgaand aan alle
activiteit, wordt er ontvankelijkheid van me gevraagd.”
Het klooster op
Schiermonnikoog en het klooster van Westmalle vallen onder de
cisterciënzer traditie. Dit is een kloosterorde, die in 1098 is
opgericht door Robert van Molesme in de abdij van Cîteaux. Van deze
plaatsnaam is de vervoeging 'cisterciënzer' gekomen. Deze nieuwe
orde was een reactie op het feit dat de Regel van Benedictus steeds
slechter werd nageleefd in de Franse benedictijnenkloosters, vooral
in de Abdij van Cluny.
Onder het mom van een
traditionele opening, kon ik gisteravond dus al iets laten merken van
mijn eventuele toekomst als cisterciënzer monnik – in de traditie
van Benedictus.