Aswoensdag valt veertig
dagen voor Pasen. Veertig wordt in de Bijbel vooral geassocieerd met
de periode dat Israël door de woestijn zwierf. Die duurde namelijk
zo'n veertig jaar. Daarna kon het volk pas het Beloofde Land
intrekken. Ook heeft Jezus veertig dagen in de woestijn gevast,
waarmee hij dit beschadigde verleden symbolisch herstelde. In de
Rooms-Katholeke Kerk neemt men de as van de verbrande palmtakken van
het jaar ervoor en tekent hiermee een kruisje op het voorhoofd van
iedereen. Het as symboliseert de vergankelijkheid van het aardse
leven. De kruisvorm wijst tegelijk op redding.
(Uit: Meint
R. van den Berg – Hij nam het kruis en ging..., uitgeverij Buijten
& Schipperheijn Motief, 2011, bewerking door Reinier Sonneveld)
We hebben behoefte aan
iets wat tastbaar, ervaarbaar, onderga-baar is. Stof zijt gij en tot
stof zult gij weerkeren. Het is de as van de palmtakken.
Verwijzend naar de
processie die Jezus van Nazareth de stad binnenhaalde als degene die
hen wel even van de Romeinen verlossen zou. Dat deed hij niet, hij
kwam ons van onszelf verlossen. En we verbranden de palmtakken en
beseffen dat de verandering van de omstandigheden of van anderen niet
de oplossing voor de wereld is, maar de verandering van onszelf.
(Rikko Voorberg, De Verbrande Hoop, op Lazarus Magazine, 1 maart 2017)
(Rikko Voorberg, De Verbrande Hoop, op Lazarus Magazine, 1 maart 2017)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten