woensdag 28 juni 2017

Kruis

Het kruis is het symbool van het christendom. Die kruizen als symbolen zijn in alle varianten te verkrijgen. Zoveel christenen, zoveel kruizen en kruisjes. Zo heb je bijvoorbeeld het pocketkruisje, een klein papiertje met een houten kruisje erop dat bijvoorbeeld in de Bijbel gestopt kan worden.
Confronterender zijn de kruisjes waarop Christus hangt. Confronterend, omdat zo daadwerkelijk zichtbaar is wat voor martelwerktuig het kruis is geweest. Een langzame dood, sterven in slow motion. En toch is juist dit 'volledige kruisbeeld', inclusief de stervende Christus, datgene wat het christendom onderscheidt van andere godsdiensten.
Er is betaald. Dat is in het kort de christelijke theologie. Maar daar gaat het op dit blog niet over, dit is geen apologetiek wat ik hier bedrijf. Wel is het zo dat ik na mijn woestijnervaring in Westmalle, huiswaarts ben gekeerd met een Christus-kruis. Het is zoals de apostel Paulus zegt: “Ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en die gekruisigd” (1 Kor. 2: 2).
Precies.

vrijdag 23 juni 2017

Vocatio externum of internum

De afgelopen periode heb ik in een kooster geleefd. Tien nachten was ik in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. Tijdens deze dagen heb ik een dagboek, een kroniek bijgehouden. Dit dagboek is uiteraard nog steeds bij me op te vragen, om een beeld te krijgen wat ik die anderhalve week heb beleefd.
Twee keer heb ik een ervaring gehad, die ik achteraf als een roeping heb geïnterpreteerd. De belangrijkste ervaring was die van Jesaja 58: 11, een vers waarin de HEER aangeeft de rechtvaardige te leiden. En dat in een profetie over het vasten dat Hij verlangt: het omzien naar je naaste.
De andere ervaring was een alinea uit het boek 'De Mystieke Tuin', waarin de lezer (ik?) wordt opgeroepen om de literaire begaafdheid in te zetten voor het Koninkrijk van God. Volgens mij twee teksten die prima gecombineerd kunnen worden. Door #KerkInDeStad, het stadsdiaconale project waar ik mee bezig ben in Leeuwarden. En door hierover te bloggen.
Deze week sprak ik weer met een bevriende theoloog. Of een vriend die theoloog is. Jan Willem is zijn naam. Van hem heb ik veel geleerd, vooral in het pastorale vlak. Met Jan Willem ben ik ook het project #KerkInDeStad gestart. Ruim een jaar geleden trokken wij gezamenlijk naar de Pauluskerk in Rotterdam, waarmee onze stadsdiaconaat van Leeuwarden is begonnen.
Hij zei me, nadat hij mijn verslag had gelezen, de volgende legendarische woorden: “Op elke bladzijde was het voor mij duidelijk: jij hebt een roeping voor het klooster. De broeders roepen je. En daarbij: het kloosterleven past je goed, zoveel is wel duidelijk. Ga goed bij je na op wat voor roeping je wacht. Is het een vocatio externum of vocatio internum, een interne of een externe roeping? Ik zou zeggen: een overduidelijke externe roeping.”
Hier kan ik weer even mee vooruit. Waar wacht ik op? Is de vocatio externum inderdaad zo overduidelijk? Of is die roeping een projectie van mijn eigen verlangens, mijn eigen ideeën? En hoe verhouden deze externe opmerkingen zich met de 'Godsopenbaring' van Jesaja 58? Is een eventueel monastiek leven in een abdij een vlucht of een daadwerkelijke Goddelijke opdracht?
Anders leven is tegen de haren in strijken, zegt Thomas Quartier. De oudtestamentische profeten waren stuk voor stuk mannen, die niet op hun opdracht zaten te wachten. De grote vraag is dan of ik wel zit te wachten op het leven als monnik. Je levert wel alles in, je geeft je hele leven op. Ben ik in staat om dat te doen? Tien dagen lukte me wel, maar kan ik ook de rest van mijn leven zonder mijn eigen (muziek-)bibliotheek?
Vragen waar ik mij de komende tijd over buig. En wie met me wil meedenken, graag!

woensdag 21 juni 2017

Allennig IV

Daniël Lohues is een troubadour, die het elke keer weer lukt om in liedjes 'het gevoel' te omschrijven. Met name die emotie van het thuis-zijn, op je eigen plek. En be'j de brugge ienmoal over, dan be'j zowat weer thuus. Zo is het, Daniël.
Op zijn vierde en afsluitende 'seizoens-album' Allennig IV uit 2010, staan twee van zulke heerlijke nummers. Ik luisterde ze, eigenlijk bij geval, toen ik afgelopen weekend weer thuis was na mijn Westmalle-tiendaagse. Twee nummers sprongen er uit: Kom Nou Mar Naor Huus en Niet Alle Dwalers Bennen Verdwaald. Waarom ze me opeens zo aanspraken?
In 'Kom nou mar' vanwege dit couplet:

Kom nou mar naor huus
En vind hier joen rust
Nuum 't zoa'j 't nuumen willen
Mar 't blef 'n nöst

En bij 'Dwalers':

Dwalen kan 'n doel weden
Mar zölfs zunder dat
Kan piereweijen weerde hebben
Ok al he'j der niks an had

Niet alle dwalers bennen verdwaald.

Iets vergelijkbaars heb ik met het nummer Ga Niet Weg van Jeroen Zijlstra, op zijn album Kalm (2008):

Blijf als je 't liefst wilt vluchten
Blijf al je wordt vervloekt
Blijf waar je bent gebleven
Blijf bij waarnaar je zoekt

Blijf als de wind verkeerd staat
Blijf als je bent bezeerd
Blijf als het kant noch wal raakt
Blijf tot het tij weer keert

Ga niet weg op een goede morgen
Ga niet weg op een slecht moment
Ga niet weg op een zekere avond
Blijf wie je bent

Het teruggrijpen op poëzie en literatuur, om zo onder woorden te brengen wat ik heb meegemaakt. Bij benadering. Want eigenlijk, zeker in een klooster, is iedereen allennig.

maandag 19 juni 2017

De wereld in

Tien nachten heb ik meegedaan als monnik in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle. Een klooster van de Orde van de Cisterciënzers of de trappisten. Nu ben ik weer thuis. En dat is een hele omschakeling. Het leven in een afgezonderd kloosterslot is wat anders dan het leven in een drukke stad als Leeuwarden.
Ik kwam met de broeders in Westmalle in contact via de monniken van Schiermonnikoog. Deze broeders verhuizen vanuit Diepenveen naar het Waddeneiland, hoewel een nieuw klooster op Schier nog geen afgeronde zaak is. De terugkeer van de monniken naar Schier wordt op de voet gevolgd door Anne Christine Girardot en John Gruter – afgelopen weekend kreeg hun documentaire een driejaarlijkse prijs toegekend.
Tijdens mijn tiendaagse woestijnervaring in Westmalle, hield ik een dagboek bij. Een kroniek, zo je wilt. Van een calvinistische contemplatief. Dit verslag is uiteraard bij mij op te vragen (stuur dan even een mailtje naar fritstromp[at]gmail.com). Mijn verslag is een document humain en zegt misschien vooral iets over mij.
In ieder geval is het een verslaglegging dat als een basis zal dienen voor mijn verdere concrete zoektocht en invullen van een Godgewijd leven.

zondag 18 juni 2017

De reiziger

Ik ben inmiddels alweer twee nachten thuis. In het klooster van Westmalle heb ik als monnik geleefd. Een woestijnervaring. Ik heb gereisd, als het ware. Nu ik thuis ben, heb ik gedacht aan het nummer De Reiziger van Boudewijn de Groot:

Geef de reiziger een stoel,
geef hem brood en droge kleren,
laat hem zitten bij de haard.
Hij is overal geweest,
hij die alles heeft verloren,
hij die nooit iets heeft bewaard.
Haal flessen uit de kelder
en haal muziek in huis.
Laat iedereen het horen:
de reiziger is thuis.

Geef de reiziger het woord,
laat de reiziger vertellen.
Maar hij schudt zijn hoofd en wacht.
Hij heeft overal gezocht,
hij heeft nergens iets gevonden
en hij heeft niets meegebracht.
Hij zegt: ik ben veranderd,
ik ben hier niet meer thuis.
Maar laat de kinderen komen,
de kinderen van dit huis.

Laat de kinderen komen,
laat de kinderen komen,
ik heb aan ze gedacht.
Ze zullen mij niet kennen
en ze zullen mij niets vragen.
Ze hebben niets verwacht.

En niemand zal begrijpen
wat ik doen kom in dit huis.
Maar de kinderen zullen zeggen:
de reiziger is thuis.

Geef de reiziger een stoel...

zaterdag 17 juni 2017

Eerste nacht

Mijn tiendaagse bezoek aan het klooster in Westmalle is achter de rug. Afgelopen nacht heb ik mijn eerste nacht in mijn eigen bed gehad. Het is goed om weer thuis te zijn, na zo'n woestijnervaring bij de Orde van de Cisterciënzers van de Strikte Observantie. Ruim anderhalve week woonde ik bij de dertig broeders in Vlaanderen. Ik heb gezien hoe goed het is als broeders samen wonen.
Deze broeders leven volgens de Regel van Benedictus van Nursia. Deze kerkvader begint zijn Regel als volgt:
“Luister, mijn zoon, naar de voorschriften van je leraar en spits het oor van je hart. Neem volgaarne de raadgevingen van je liefhebbende vader aan en breng ze goed in praktijk. Dan kun je door actieve gehoorzaamheid terugkeren naar Degene van wie je door luie ongehoorzaamheid was weggegaan.
Mijn betoog is gericht tot jou, wie je ook bent, die afstand doet van zijn eigen wil en als soldaat van Christus de Heer en ware Koning de krachtige, roemrijke wapens van de gehoorzaamheid opneemt.”
(Uit: Benedictus van Nursia, Regel, onder redactie van Krijn Pansters en Guerric Aerden OCSO, uitgeverij DAMON Budel, 2014).
Zo is het. De monniken, mannen uit één stuk, hebben hun wereldse leven opgegeven om God te zoeken. Een contemplatief leven leiden ze. Gericht op het aangezicht van de Eeuwige.
Ik heb het goed gehad bij deze Vlaamse broeders (overigens een groep met een grote Nederlandse inbreng). Dit weekend zal alles een plek gaan krijgen. Maar laat ik alvast een tip van de sluier oprichten: ik ging om God te ontmoeten en antwoord te krijgen naar een Godgewijd leven – en in die zoektocht ben ik positief geslaagd.

dinsdag 6 juni 2017

Postulant

Iemand die zich nieuw aanmeldt voor de monastieke levenswijze wordt niet zomaar binnengelaten. Maar zoals de apostel zegt: 'Onderzoek de geesten, om te zien of ze wel van God komen.' (1 Joh. 4, 1)/(58, 1 + 2).

Uit: Johanna Domek – Benedictijnse inspiratie voor elke dag van het jaar, Uitgeverij Ten Have, 1e druk 2006

zondag 4 juni 2017

Eerste Pinksterdag

In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: 'Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen spreken? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.' Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: 'Wat heeft dit toch te betekenen?' Maar sommigen zeiden spottend: 'Ze zullen wel dronken zijn. Zij hebben te veel zoete wijn gehad!'

Handelingen 2: 5 – 13
De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling
© Nederlands Bijbelgenootschap 2004

zaterdag 3 juni 2017

Een manier van kloosterleven

Momenteel ben ik me aan het oriënteren op een mogelijk leven als monnik. Een van de manieren om zo'n leven te onderzoeken, is om actief deel te nemen in een klooster. Wat ook een mogelijkheid is, is om andere monastieke vormen op te zoeken en te bevragen. Zo ben ik begin deze maand ook op de koffie geweest bij Nikolaas Sintobin.
Nu is het zo, dat ik een fan ben van Bob Dylan. Met Pasen gaf hij drie optredens in de AFAS Live, een concertzaal in Amsterdam. De benedictijnse monnik Thomas Quartier was er ook. Journalist/dominee Rien van den Berg maakte er een heuse reportage over. Broeder Thomas heeft de monnik in Bob Dylan ontdekt. In het betreffende artikel zegt broeder Thomas onder meer:
“‘De band is zijn kloostergemeenschap,'. Het versterkt zijn overtuiging dat Bob Dylan de monnik in zichzelf heeft ontdekt, en in zijn liederen leeft: zijn band is een reizend klooster. En Dylan heeft in die kloostergemeenschap de regie. Hij beseft zijn eigen zwakte en laat dus zijn medebroeders uitblinken op hun instrumenten – vooral de gitarist en de drummer schitteren. Maar Dylan is onmiskenbaar zelf de centrale figuur. Een vader abt? ‘Nee, een stichter. Zoals Benedictus van Nursia ooit een groep monniken om zich heen verzamelde en een nieuw klooster oprichtte. Natuurlijk voelt het hier heel anders, maar je proeft eenzelfde bezieling. Bob Dylan is de stichter van een nieuwe orde, inspirerend, tegendraads, radicaal, creatief, revolutionair en volstrekt onmodieus – exact zoals het monnikenwezen bedoeld is.’”
Het kloosterleven is dus breder dan intreden in een klooster. Ook rondreizen kan een monastieke ervaring zijn.

donderdag 1 juni 2017

Pinksteren

Juni is de maand met het Pinksterfeest. Tijdens dat eerste feest, zoals in Handelingen 2 staat beschreven, houdt de apostel Petrus een vlammende preek. Hij fulmineert tegen de Joodse aanwezigen, die de Messias hebben vermoord. Maar er is ook hoop, aldus de Rots op wie de kerk is gebouwd. Bekeer je en laat je dopen, is zijn oproep. Dan wordt je gered.
De belangrijkste vraag die het volk die dag stelt, is: Wat moeten wij doen, mannen broeders? (Handelingen 2: 37). Goede vraag. Het is ook de vraag die ik mij stel tijdens het Pinksterfeest. Weliswaar in een geheel andere context – maar wel met het doel op welke manier God mij kan inzetten.
Om tot een antwoord te komen, ga ik voor een kleine twee weken het klooster in. Het betreft de abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart van Westmalle, een cisterciënzers gemeenschap. In deze periode hoop ik Gods stem te horen als een richtinggevende woorden. Pinksteren 2017 krijgt daarmee dus een nieuwe invulling.