Vorige week sprak ik met
Nikolaas Sintobin SJ, overste van de jezuïeten in Amsterdam. We
spraken onder meer over het ambt van overste, een functie die
niet-democratisch wordt ingevuld. Een overste wordt aangesteld van
hoger hand, voor een periode van zes jaar. Na die zes jaar is een
nieuwe jezuïet de overste en gaat de aftredende overste weer terug
naar het voetvolk.
Het zijn dienstbare lui,
die jezuïeten. Dienstbaar aan elkaar en aan de samenleving. Het
duidelijkst wordt dat zichtbaar in het werk van de huidige paus,
Franciscus. De kerkleider is een jezuïet, de eerste uit deze orde
die als kerkvorst is verkozen. Na het Habemus papam bij zijn
verkiezing in 2013, was een gewone Italiaanse avondgroet.
Zijn aantreden kenmerkte
zich door soberheid, die hij ook tot uitdrukking brengt in zijn
kleding en het gebruik van de pauselijke symbolen. Hij woont in het
gastenverblijf in Vaticaanstad. Hij waste en kuste de voeten van
twaalf vluchtelingen. En hij heeft gezegd dat hij het voor mogelijk
houdt dat ook hijzelf zal aftreden als paus, net als voorganger paus
emeritus Benedictus XVI.
De mogelijke abdicatie
van Franciscus past goed bij de jezuïeten, die bekend zijn met het
principe om voor een bepaalde en afgebakende periode een
leidinggevende functie te vervullen. Om daarna weer onder het “gewone
volk” te werken.
Zoiets heeft wel wat, dat
je niet “eindigt” als leidinggevende, maar ook in je rol als
overste bescheiden blijft. Hoewel zoiets ook wel weer lastig kan zijn
voor je opvolger, dat diens voorganger zich onder zijn kudde bevindt.
We zullen het merken bij
de huidige paus wat zijn toekomst zal zijn. Of hij over twee jaar,
als Jorge Mario Bergoglio zes jaar paus is, ook zal aftreden.
Misschien doet hij het wel niet. We zien vanzelf wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten