De Nicolaaskerk in
Appingedam is een monumentaal pand. Sinds deze week het het gebouw
niet meer de Nicolaaskerk, maar is het restaurant De Basiliek
geworden. Het kantoor waar de legendarische pastoor Smeels van 1958
tot ‘97 zijn parochie runde, is nu een zaaltje voor besloten diners
en partijen.
Een handvol gedachten
schoot door mijn hoofd. “Dan komen de 75 eters eindelijk weer eens
in een kerk,” was zo'n gedachte. Veel van mijn generatiegenoten
hebben nooit een kerk bezocht – laat staan dat ze de kerk van
binnen hebben gezien. Dus om er een eettent van te maken met een
passende naam, dat doet me dan wel weer goed.
Maar ik was nog niet
uitgedacht, of een wat sombere gedachte nam plaats in mijn hoofd. Het
is niet eens zo verkeerd dat het kerkgebouw nu als etablissement
wordt gebruikt. Wat veel ernstiger is, is dat de kerk zelf zijn
functie heeft verloren. Je kunt de conclusie trekken dat het aantal
kerkgangers dusdanig is teruggelopen, dat een gemeenschappelijke
ruimte niet meer nodig is.
Je kunt hier tegen
inbrengen dat geloven meer individueel is geworden. Om het geloof te
uiten, is kerkgang overbodig geworden. Het gaat immers om je
dagelijkse praktijk, niet om een wekelijks uitje? Nou ja, daar denk
ik het mijne maar over.
Elkaar geregeld opzoeken,
eens per week, is een goede gewoonte. Geloven is een collectief
gebeuren. Dat doe je niet in je eentje. Als jij de woorden van het
geloof niet kunt zingen of beleven, is je buurman bereid dat voor je
te doen. Zodoende wordt je meegenomen. Schouder aan schouder. Dat is
waar het om gaat.
Dit blog verscheen ook op
FritsTromp.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten