André Baillon was een
schrijver van rond de wisseling van de negentiende naar de twintigste
eeuw. Geboren in 1875 te Antwerpen was hij Vlaming van afkomst, maar
Baillon schreef in het Frans. Hij pleegde 10 april 1932 (over vier
dagen 85 jaar geleden) zelfmoord, na een bewogen leven. Zijn suïcide
gebeurde in een psychiatrische instelling te Saint-Germain-en-Laye
nabij Parijs.
Baillon trouwde in 1902
met de prostituee Marie Vandenberghe, met wie hij zich terugtrok in
de landelijke Kempen, nabij de abdij van Westmalle. Daar begonnen ze
een kippenkwekerij, wat uitliep op een mislukking. Althans, die
kippenkwekerij leverde geen inkomstenbron op. Wel vormde deze periode
in Westmalle de nodige gegevens op voor het boek En sabots (Op
klompen), gepubliceerd in 1922.
Op Klompen laat zich het
best omschrijven als een kroniek, een portret van Westmalle. Het dorp
wordt geschilderd aan de hand van opvallende kenmerken. Ook de
bewoners van de nederzetting komen uitvoerig aan bod. Waaronder de
toenmalige broeders van de Abdij, maar natuurlijk ook de 'gewone
burgers' van de Kempense plaats.
Ik heb dit boek van
Baillon gelezen om een beeld te kunnen vormen van Westmalle.
Halverwege juni zal ik twee weken in de abdij van Onze-Lieve-Vrouw
van het Heilig Hart verblijven, bij de trappisten van het
Westmalle-bier. Natuurlijk, het dorp is in de eeuw na het bezoek van
Baillon natuurlijk veranderd. Al is het maar omdat de bewoners van
toen inmiddels zijn overleden.
Maar ik vermoed dat ik
desondanks toch een echo zou kunnen horen van de tijd uit het begin
van de twintigste eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten