God, herschep mijn hart,
maak het zúiver, *
geef mijn geest, diep in
mij, nieuw bestánd;
verban mij niet: ver van
uw áanschijn, *
noch onttrek mij van uw
heilige géest.
Hergeef mij het geluk om
uw héil, *
laat bereide gezindheid
mijn krácht zijn:
want dan wijs ik
verdoolden uw wégen, *
schuldigen vinden de weg
tot U terúg.
Bloedbevlekt ben ik –
God, neem het ván mij! *
dat ik jubelend uw
vríjsprăak mag melden:
Heer, leg Gij mij het
woord op de lippen *
en mijn mond verkondigt
uw lóf.
Uit: Het boek der
psalmen/ uit het Hebreeuws vert. door Ida G.M. Gerhardt en Marie H.
van der Zeyde ; getoonzet door Benedictijner en Cisterciënzer
monniken ; Katholieke Bijbelstichting
(C) tekst: 1972 dr. I.G.M.
Gerhardt/dr. M.H. Van der Zeyde, vierde verbeterde druk 1997
Geen opmerkingen:
Een reactie posten