Inmiddels ben ik ruim een week terug
van mijn tweede kloosterbezoek aan de abdij in Westmalle. Anders dan
vorig jaar, verbleef ik deze keer maar een lang weekend.
Vrijdagochtend reed ik met de trein via Amsterdam naar het station
van Noorderkempen, alwaar br. Alberic me stond op te wachten.
Maandagmiddag treinde ik in omgekeerde richting weer huiswaarts, via
dezelfde route.
Een weekend maar. De dag dat ik
vertrok, was ik geheel in het ritme. Dat had wat tijd nodig, want de
dag van mijn aankomst was het feest ter ere van de ingebruikname van
het gastenverblijf. Het zijn trappisten in Westmalle, dus naast de
hapjes (met onder meer eigen gemaakte kaas) was er natuurlijk ook het
bier.
Enfin.
Ik heb het er goed gehad. Dankzij de
goede zorgen van de broeders. De goede onderlinge sfeer. De
uitgestoken hand: eerst eten, dan praten. De uitnodiging om gauw weer
te komen, maar dan voor een langere tijd. Dat soort dingen.
Het was goed weer tussen de broeders te
zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten