Momenteel ben ik me aan
het oriƫnteren op een mogelijk leven als monnik. Een van de manieren
om zo'n leven te onderzoeken, is om actief deel te nemen in een
klooster. Wat ook een mogelijkheid is, is om andere monastieke vormen
op te zoeken en te bevragen. Zo ben ik begin deze maand ook op de
koffie geweest bij Nikolaas Sintobin.
Nu is het zo, dat ik een
fan ben van Bob Dylan. Met Pasen gaf hij drie optredens in de AFAS
Live, een concertzaal in Amsterdam. De benedictijnse monnik Thomas
Quartier was er ook. Journalist/dominee Rien van den Berg maakte er
een heuse reportage over. Broeder Thomas heeft de monnik in Bob Dylan
ontdekt. In het betreffende artikel zegt broeder Thomas onder meer:
“‘De band is zijn
kloostergemeenschap,'. Het versterkt zijn overtuiging dat Bob Dylan
de monnik in zichzelf heeft ontdekt, en in zijn liederen leeft: zijn
band is een reizend klooster. En Dylan heeft in die
kloostergemeenschap de regie. Hij beseft zijn eigen zwakte en laat
dus zijn medebroeders uitblinken op hun instrumenten – vooral de
gitarist en de drummer schitteren. Maar Dylan is onmiskenbaar zelf de
centrale figuur. Een vader abt? ‘Nee, een stichter. Zoals
Benedictus van Nursia ooit een groep monniken om zich heen verzamelde
en een nieuw klooster oprichtte. Natuurlijk voelt het hier heel
anders, maar je proeft eenzelfde bezieling. Bob Dylan is de stichter
van een nieuwe orde, inspirerend, tegendraads, radicaal, creatief,
revolutionair en volstrekt onmodieus – exact zoals het
monnikenwezen bedoeld is.’”
Het kloosterleven is dus
breder dan intreden in een klooster. Ook rondreizen kan een
monastieke ervaring zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten