In een document met opvallend stevige taal pleit het Vaticaan voor de onschendbaarheid van het biechtgeheim, dat onder geen enkele omstandigheid uitzonderingen kan toelaten.
Dat vind ik mooi, dat het biechtgeheim geen juridische gevolgen heeft. Tijdens het boetesacrament verleent de priester de boeteling vrijspraak en vrede, op basis van de uitspraak van Jezus uit Johannes 20 vers 23: de zonden zijn vergeven als jij je ze vergeeft, maar de zonden zijn niet vergeven als jij je niet vergeeft.
Wat in het biechthokje gebeurt, is de kern van het evangelie. Dit is de plek waar je kunt toegeven dat je faalt, dat je tegen je eigen grenzen aan loopt. Maar het is ook de plek waar je hoort dat vergeving is. Tussen God en jou zit het goed.
Je kunt veel zeggen over de functie van een biechtvader als tussenpersoon. We kunnen toch rechtstreeks tot God gaan voor vergeving? Gelukkig wel, maar als een derde nog die vergeving schenkt, kan dat een bemoediging zijn.
Je kunt ook veel zeggen over het recht. Als je iets hebt gedaan wat niet door de beugel kan, is het goed als een onafhankelijke rechter daar een oordeel over velt. Maar ook hier geldt dat je ergens moet beginnen. Als het tussen jou en God "goed zit", kun je misschien makkelijker of beter je verantwoorden tegenover de aardse rechter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten